donderdag 9 april 2020

ONS FEUILLETON

DE INDRINGER



feuilleton in 20 afleveringen


door don vitalski




wat voorafging: onz held, pjotr lavaski, is in een gevonden reiskoffer gekropen - en daarna, klaarblykelyk, zomaar ineens weggedragen? naar waar dan wel?











5.
hy schrok wakker van het geluid van regen, namelyk van keiharde regen, die onverdroten bezig was met neêr te slaan op iets als een golfplaten dak, niks anders. zyn botten kraakten, zyn nekbeen bibberde. zyn handen en voeten bloedden.
    hy wist meteen weêr wat er was gebeurd. "hoe kon ik zo'n imbeciel zyn - natuurlyk heeft iemand my meêgenomen, in die koffer! hoe zou ik zélf zyn geweest? wat zou ik, bedoel ik, zelf hebben gedaan, als ikzelf zoiets gezien had: een sukkel als ik, die zichzelf daar eventjes, op straat, snachts, gaat wegsteken - in zo'n belachelyke reiskoffer! ik mag nog juichen, hier alles byeen, godlof!, dat ze my niet met de koffer erby in het water hebben gesmeten! dat ik nog in léven ben!"
    hy dacht:"ik moet myn leven beteren. meteen vanaf vandaag. nooit meer dat rondhangen, dat zelfbeklag! de stier by de twee hoorns vatten nu, echtwaar!"
    pas dan wilden-'ie zich bevryden. een onderneming die een oneindig lange, lastige tyd scheen te vergen. hy vond snel weêr die brede rits, dat wel, maar die haperde ditmaal, en brak op een ogenblik zelfs af.
    "misschien," dacht 'ie benauwd, "misschien zit ik - met het stof, van myn regenfrak - tussen de tanden van die rits?" hy trok en duwde, met zyn twee handen tegelyk, net zolang totdat 'ie per ongeluk, zo beseften-'ie op den duur pas, met één van zyn twee ellebogen belachelyk diep in één van zyn broekspypen kwam te zitten. zich daar weêr uit lostrekken, scheen niet haalbaar. wel scheurde zy broek. zo duurden-'t voort - dit kon niet worden beschreven; immers: zelfs onze àllermeest geduldige lezer of lezeres onder de zon, zou dit, op een moment, van zich afsmyten, uitroepende:"genoeg! genoeg - geef my lucht!"
    dit was dan ook ongeveer dé gedachte van pjotr lavaski zelf: dat hy lucht wilde hebben, heldere lucht, en bevrydend wit licht buitendien - om weêr te kunnen asemen, en om deze bullshit, die het toch maar was, van zich te mogen afkappen.
    eens hy dan toch was bovengeraakt, dwz buitengeraakt, uit die benauwende, leêren reiskoffer van de duivel - met allebei zyn voeten eerst, maar daarna met geheel zyn geplette, verdrukte gezicht, zyn haardos nog pynlyk trekkend in die kapotte rits, viel het ademen nochtans tegen.
    hy was - in een paardenstal.
    dit wist hy meteen, en meteen zonder enige twyfel.
    een zekere "elsie", de dochter van één van zyn oudere broêrs, ging iedere zaterdag, althans toen ze nog een kind was, naar een manège in wilryk; telkens wanneer zyn broêr hier geen tyd voor had, ging pjotr dan met haar meê, in zyn plaats - soms zelfs, wat dan flink luizig aanvoelde, tegen betaling, dwz zoals een betaalde babysit; hoewel ze dus familie waren. maar: daarzo, en toen, in die manège in wilryk, was de omgeving toch anders; in de paardenstallen waar 'ie met zyn nichtje kwam, kon pjotr die messcherpe, eerlyke luchtgeur van gezonde, halfdroge paardenstront die het was, en grauw vermalen hooi, best appreciëren - als, in zekere zin, een voortvarend iets, als iets waar je van opkikkerde zelfs; maar hier nu, vandaag, in die paardenstal, waar 'ie op dit moment bleek te zyn wakkergeworden; hier hing een geheel andere, buitengewoon zure lucht; ook wel duidelyk van paarden, maar: dan té indringend; om niet te zeggen: ronduit duizelingwekkend - hy moést, meteen, zyn handen voor zyn neus en mond drukken: alleen maar, lezers, om hier niet van achterover te zullen stuiken...
    een zure, loodzware paardenvygenlucht die hem langs zyn mond, zyn keel of zelfs zyn twee oren kwam te overmannen - alsof, zonder overdryven, die walgelyke, drukkende, persende, allicht zelfs voor een gemiddelde, eerlyke paardenvlieg té zuurgevooisde kakgeur, die het was - een wezen op zich was, door wie pjotr nu regelrecht, zonder overdryving, werd aangevallen en overmeesterd.
    "god! ik - ik moét hier buiten zien te geraken!!"
    ja, zonder 'n allerminste soort van overdryving: dit was, begreep 'ie, dit was zo'n erg claustrofoob makende dierenstallengeur, dat een normaal mens er eenvoudigweg létterlyk van zou doodvallen - ter plekke, zonder nog, met een geleend potlood, een half testament.
    dus - waar was hy dan?
    waar nu juist, was pjotr lavaski aangeland?

WORDT VERVOLGD