dinsdag 22 september 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle.

aflevering 18


Waar ik bij mijn gezond verstand te rade ging en vandaar nog even twijfelde, onderging mijn handlanger een complete metamorfose. Duvel werd letterlijk een duivel. Zo'n vastberadenheid om onverbiddelijk tot het einde door te gaan, moest bij mij wel vragen oproepen. Hoezo? Was hij, toen ik laatst Clara’s foto bovenhaalde, bij de eerste oogopslag op het door hem zo genoemde vrouwtje Jane, misschien een nog groter verliefd kalf geworden? Hij explodeerde. Nooit eerder had zijn zweep zo hard op die jongens neergeknald. Nooit eerder had ik om zijn mond een zo valse, lelijke, gemelijke trek gezien.

   

‘Sukkeluus? Sukkeluus aan mijn laars!’ Natuurlijk snapten die Swahilipraters geen snars van onze moedertaal. Daarom geloof ik dat hij het enkel tegen mij had, om me onder dwang te overtuigen van de noodzaak deze tocht verder te zetten. Maar hoe de duivel ook van katoen gaf, niet één drager week. Tot hij tegen de rand van het water zoiets als een wit gebleekt reuze kaakbeen opraapte. Volgens mij het overblijfsel van een neanderthaler, dinosaurus of giraf. Toen ik hem ermee zag rondzwaaien, gingen mijn gedachten onwillekeurig naar de legendarische kracht van Samson die volgens de bijbel met een scherp ezelkaakbeen een leger van duizend Filistijnen had gedood. En de eerste zwaai was ook meteen raak. Van die arme, meest sympathieke Boy Eén werd zijn opgestoken hand in dezelfde slag afgehouwen.

   We hadden allemaal met die huilende jongen te doen. Ik vooral. Toen ik zag hoe diens hand onherroepelijk met de ruwe stroom werd meegesleurd, probeerde ik nog te redden wat er te redden viel. Om te beletten dat Boy Eén zou doodbloeden, bond ik met een stukje liaan zijn wonde af.

    De dragers stonden nu allemaal te beven. Uit schrik dat hen hetzelfde zou overkomen, groepeerden zij zich met lede ogen en knikkende knieën bij het water, klaar om massaal over te steken.

     Ik liep naar Duvel. ‘Beul!’


WORDT VERVOLGD




Geen opmerkingen: