HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA
‘Jammer! Met deze twee pionnen had ik je ferm in moeilijkheden kunnen brengen.’
‘Eén pion, bedoel je?’
‘Nu heb je het mis, boekhoudertje! Dit keer gaat het niet over het verschil tussen twee gorilla’s! Wat hun waarde en uitzicht betreft, zijn alle pionnen precies aan elkaar gelijk. Eén zwarte, houten pion plus nog een zwarte, houten pion, zijn er twee. Niet één! Punt!’ Hoewel Duvels ogen bij deze traditioneel Euclidische, maar niet met de natuurlijke werkelijkheid strokende redenering fel triomfeerden, hakte zijn stem kort en korzelig op me in, alsof hij fantaseerde een vlijmscherpe machete bij de hand te hebben, waarmee hij me in één beweging de kop afsloeg. Waarschijnlijk kon zijn ego niet tegen het verlies en reageerde hij zich zo af door in die kwestie van één plus één is één, onbetwistbaar zijn gelijk, of na het schaakspel op zijn manier alsnog een glansrijke overwinning binnen te rijven. Had ik hem maar in die waan gelaten.
‘Kijk, ongeacht zijn waarde bevindt elk stuk op het bord zich in een andere positie! Jammer voor jou, maar volgens de regels van het spel mag je nooit twee pionnen op één vakje zetten. Precies daardoor blijven ze van elkaar verschillen. Soms kan één pion een speler naar de zege leiden. Die van jou bevond zich van meet af in een netelige positie!’
Oei! Dat had ik beter niet gezegd!
‘Regels van het spel? Daar gaan jouw malle regels!’ Plotsklaps pakte Duvel het bord bij de rand en keilde het met alle nog aanwezige stukken erop hoog de lucht in.
WORDT VERVOLGD...



























Geen opmerkingen:
Een reactie posten