maandag 23 augustus 2021

gastauteur


portret van de aardbeienplukster
als jonge vrouw

door robertus baeken, vanuit de aardbeienvelden




46.

Na alles wat Mieke haar chef naar het hoofd geslingerd had, gunde zij hem dit pleziertje wel. Als zij haar wil doordreef, maakte ze van die verliefde kwast een aap. Nochtans wou ze niet dat hij er bekaaid vanaf zou komen. Voor haar volstond het als een volwassene te worden bejegend. Waarom geloofde hij niet dat ze zwanger was? Waarom achtte niemand haar rijp voor enige verantwoordelijkheid? Zij had altijd met zich laten sollen!

   Langzaamaan kwam Niessen in haar buurt, gehurkt, de hele tijd sakkerend om de ravage die hij zelf had aangericht. Toen deed Mieke iets waarvoor ze geen verklaring had. Op het moment dat hij zijn hand uitstak om de laatste papieren bijeen te scharrelen, ging zij er met het volle gewicht bovenop staan. Niessen wierp haar pretoogjes een moordende blik toe. Het leek of ze op dit gebeuren had gewacht. Geheel impulsief gaf zij de papieren een schop. Enkele vellen fladderden in de lucht, andere zweefden weg over de vloer en onder de kast. ‘Godverd…!’ Niessen had zo woest geschreeuwd dat het zeker op het hoofdkantoor te horen was. Zich optrekkend aan een stoel kwam hij overeind. Kathie en Leentje keken geschrokken in haar richting. ‘Nu ga jij die papieren voor me zoeken!’ riep hij op dezelfde vreesaanjagende toon. ‘Gehoord? Wat bezielt jou, verdomme?’

   Niet van plan zich door deze woordenwind te laten intimideren, zweeg haar mond in alle talen. Zij verzette geen voet.

   ‘Wel?’

   ‘Ik had ze willen geven, maar toen mocht het niet. Dit keer heb ik het volste recht te weigeren!’ Naast het gebulder van Niessen maakte haar stemmetje vast weinig indruk. Niettemin zou ze geen duimbreed toegeven! Vanuit haar ooghoeken loerde ze naar de plaats waar haar chef was blijven staan. Zij kon zijn woede ruiken, zijn adem van ongeloof over haar ganse huid gewaarworden. Toen trof haar zijn bleke schim, een astraallichaam dat een angstaanjagend gezag uitstraalde. Maar hoe hij ook reageerde, Mieke had de moed te kijken, - wellicht doordat zij had ingezien dat hij geen toverkracht bezat, maar dat zij, door de schuld van haar verbeelding, zichzelf altijd tot een angstig haasje had omgetoverd. Niessen - Karel bij zijn voornaam, - was niet doorzichtig. Hij was een mens: de horige van zijn eigen op seks belust lijf. Ook stelde ze vast hoe hij op haar weigering reageerde. Ze bemerkte het samentrekken van zijn kaakspieren, wat hij altijd deed als hij krampachtig bezig was een antwoord te formuleren. Karel zou zich niet zomaar gewonnen geven. Zijn glazige ogen, als in shock voor zich uit starend, voorspelden weinig goeds.

   ‘Nu zal ik je eens wat zeggen!’ Het leek of hij de adem inhield.

   ‘Begin maar!’

   ‘Over Francis… Toevallig heb ik in Brussel een neef. Hij studeert rechten. Zij lopen hetzelfde jaar.’

   ‘Mis!’ onderbrak Mieke hem. ‘Francis is ingeschreven op de faculteit Letteren en Wijsbegeerte! Maar ga verder!’

   Deze onderbreking, nodig omdat volgens Francis rechtsgeleerdheid inferieur is aan filosofie, de enige ware wetenschap, scheen Niessen niet van zijn stuk te brengen. ‘Ben je daar wel zeker van? Of weet je zelfs niet dat hij voor een andere richting is gegaan? Ik zie niet in waarom mijn neef zou liegen! Volgens hem heeft Francis allang met je gebroken!’ Niessen keek haar recht in de ogen.

   ‘Hij liegt! ‘t Is waar: ik heb Francis al een tijdje niet meer gezien. Maar hij schrijft me wekelijks!’

   ‘Dat zal ik niet tegenspreken! Het was eerder een logische gevolgtrekking van me, doordat je vriend…’ Niessen aarzelde even. ‘Ik durf erop zweren dat het waar is!’


WORDT VERVOLGD...

Geen opmerkingen: