9e Episode
Het zat Joseph de volgende dag goed mee. Al om negen uur stond hij voor de galerij. Ofwel had hij de avond te voren weinig opgelet, ofwel zagen de aquarellen er door het daglicht speelser uit, frisser van kleur ook. Precies op dat moment vond het eerste gelukkige toeval plaats. Een opgeschoten kerel kwam naar buiten en greep de slap geworden folder uit de bovenste brievenbus dat, zo te zien, verder niets bevatte. De gelijkenis van de jongeman met de foto in zijn binnenzak, liet geen twijfel; wel was hij slanker dan het portret deed vermoeden.
Joseph bleef zolang in de etalage staren tot Etienne zich ver genoeg verwijderd had om hem onopvallend te schaduwen. Daarbij had hij diens tempo onderschat. De student nam zulke enorme schreden dat hij snel achterop raakte. Om hem in te halen, zette hij het telkens op een lopen. Tot de kerel in een metrostation afdaalde.
De massa wachtende passagiers op het perron stelde Joseph in de gelegenheid hem nu vlak op de hielen te zitten. Zij reden tot Cluny waar de student, samen met heel wat andere jonge mensen, uitstapte. Op het einde van de roltrap naar boven werd hij door een vriend of klasgenoot ingehaald. Al gauw raakten zij in gesprek over chemie, of zaken waar Joseph geen verstand van had. Was Marijke in Parijs? Zo ja, - waar dan? Meer hoefde hij niet te weten. Er waren tal van redenen waarom hij het de student niet gewoon kon vragen. Als hij haar op zijn kamer of op een ander adres herbergde, zou hij niet zo gek zijn om het geheim aan een buitenstaander te verklappen.
Waar de twee vrienden langs één van de boogvormige poorten van de Sorbonne verdwenen, eindigde het voor Joseph. Hij liep de hele weg terug. De metro in. Cluny. Sèvres-Babylone. Overstappen. De rue du Bac met een ondertussen geopende galerij.
Naast aquarellen lagen er ook allerlei boeken uitgestald: vertalingen van het werk van de schrijver, biografieën, zelfs een rij te koop aangeboden grammofoonplaten waarop onder de titel ‘To paint is to love again’ door de auteur werd voorgelezen.
Op weg naar de ingang, waar catalogi van de tentoonstelling gratis ter beschikbaar lagen, kwam een sukkelachtig dametje langs de gemeenschappelijke toegang naar de flats boven de galerij naar buiten, - een tweede gelukkig toeval waar Joseph direct van profiteerde door langs de ontstane leegte achter het oudje naar binnen te glippen.
Hij betrad een langwerpig trappenhuis met ouderwetse liftkooi. Nadat hij eerst de loper in zijn vestzak had bevoeld, drukte hij zonder aarzelen op de bovenste knop. De lift eindigde in een gang met aan ieder uiteinde een deur.
Hoorde hij de klanken van een historische documentaire op radio of tv? Achter één deur schalde Duits gezang, afkomstig van troepen met hoog zwaaiende laarzen, onberispelijk in de pas op weg naar het front. Vandaag hadden zulke parades meer weg van een dwaze operette. Eendracht rust sindsdien onder eindeloze rijen grafstenen. Joseph verbeeldde zich het grove weefsel van de uniforme broeken. Het kruis laag onder een onzichtbaar gewicht ten gevolge van doodsangst.
(WORDT VERVOLGD...)


























Geen opmerkingen:
Een reactie posten