21.
Joseph draaide meteen het verkregen nummer. Hij kreeg de stem van een molensteen aan de lijn.
‘Baron de Lieukerke?’
‘Zijn huismeester. De baron is afwezig.’
‘Wat jammer! Kan u mij de barones geven?’
‘De barones...’ klonk het op het onvriendelijke af. ‘Het is ongebruikelijk dat zij telefoons aanneemt.’
‘Het gaat over haar dochter!’
Een klik. Daarna moest hij zolang wachten dat hij zich afvroeg of de huismeester had ingelegd.
Voor het restaurant ontstond zoveel gedrang dat het moeilijk werd te onderscheiden wat daar gaande was.
Eindelijk hoorde hij een stemmetje, zo teer alsof er een pluimpje langs zijn wang streek. ‘Ja?’
Joseph probeerde zich aan het vogeltje aan te passen. ‘Met Joseph Reinhout in Parijs. Ik zoek uw dochter!’ Na haar piepje probeerde hij het nog zachter. ‘Neemt u mij niet kwalijk mevrouw, ik heb een vraag.’ Nog even wachtte hij op een reactie, zodat het gesprek op dreef kon komen. Ten laatste moest hij wel met de deur in huis vallen. ‘Kan u mij de maat zeggen van haar schoen?’ Joseph wist dat de vraag raar zou overkomen. De twijfel groeide dat Jesp gelijk had. Misschien was het inderdaad een blunder. Haar antwoord zou hem alvast geruststellen.
Hij gaf de barones tijd om na te denken. Mogelijk moest zij het aan het personeel gaan vragen. In plaats van de vraag te herhalen, formuleerde Joseph het anders. ‘Zegt maat veertig u iets?’ Zijn stemvolume verraadde dat hij ongeduldig werd.
Weer geen antwoord. Nochtans had zij de hoorn niet ingelegd. Hij hoorde de korte adem van het vogeltje; als hij goed luisterde zelfs het bange bonzen van haar hart in een frêle borstje.
Mogelijk had een klant in het restaurant aan de overkant niet betaald en was hij op straat bij de kraag gevat. Na een oplopend dispuut werd het weer rustig. Waarschijnlijk werd er gewacht op politie.
Een klik aan het toestel. De Molensteen weer: ‘Wilt u ophangen? Mevrouw is totaal van streek!’
‘Hoezo? Ik heb nauwelijks iets gezegd! U beseft toch wel dat het over haar dochter gaat! U bent onredelijk, weet u!’ Als hij nu niet ophing, zou hij gaan schelden. ‘Goed, ik zal de baron inlichten!’
Dit dreigement scheen weinig indruk te maken. ‘Doet u dat vooral,’ eindigde de Molensteen.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten