woensdag 17 januari 2024

uit het schriftje, 17/18 januari 2024


de evolutie van de mens werd altyd voorgesteld als een soort boom, als een stamboom, maar naderhand zyn we te weten gekomen dat er zovele diverse mensensoorten hebben bestaan dat we eerder moeten denken in de beeldterm van een struik.

mollie is de deurklink van haar badkamertje kwyt. alleen de deurklink van de machinekamer, waar myn bureau is, kan daarboven voor haar dienen. dus nu heb ik geen deurklink meer. "ik wist op voorhand dat van een huisvader àlles wordt afgenomen - maar dat ik ze zelfs myn déurklink zou komen te moeten afgeven, werd my toch nooit door iemand medegedeeld..."

alles dat ik denk en doe, is romanticisme, in de trant van edmund burke; waarby het ook juist typisch is dat ik die edmund burke kinderachtig vind, onvolwassen en belachelyk. ik ben eigenlyk charles baudelaire. ik zou myn stuntgedichten moeten zien te verknechten tot het sonnet.

in zyn dagboek noteert herman van rompuy op 19 october 2007: "sereniteit en passie sluiten elkaâr uit." maar dat is gore onzin, hoe kan je zoiets afgedrukt laten worden. de àllermeest passionele mens allertyden, is toch juist ook zeker, precies tegelykertyd, krankzinnig sereen? "krankzinnig sereen," dat drukt dit mooi uit. zoals: "hy lachte van droefnis."
    het passionele en het serene komen elkaâr tegen: in het suggestieve.
    dwz: binnenin het serene verschuilt zich, als een suggestie, het passionele.
    - kyk hoe ik dit allemaal noteer, hoe ik dit allemaal zomaar kan weten...
    
("wat kunnen we weten?" da's een overbodige vraag. de vraag zelf, lezers, geeft reeds aan, voor wie erop let, dat we niet eens zeker kunnen weten wat het werkwoord "weten" op zich reeds betekent. en toch blyven we handelen, dingen doen, dingen begeren. iets wél weten of niét weten, heeft daar zeer duidelyk geen enkele invloed op.)


Geen opmerkingen: