onze vanmiddag eêr wat alledaagse mevrouw des huizes legt haar aldus op bezoek gekomen vriendin uit, meer babbelend dan sprekend, dat zy op die eerder genoemde, flink beschonken uitgaansavond toch wél tegen haar céderik gelogen had, gewoon om hem te ergeren - "één mevrouw met viér mannen," zo meent zy vandaag, "is een mannenfantasie," - desalniettemin was ze sportief genoeg om zich het cadeau, dwz. die vier mariniers in kwestie, te laten welvallen; "eigenlyk onnozel, - goed, - dat heb ik dan ook lekker eens meêgemaakt," - niet diezelfde dag nog, maar wel de vroege namiddag daarna pas (de zaterdagnamiddag), vraagt onze heldin haar vriend, die tydens de orgie van de vorige avond, weinig anders had weten te verzinnen dan er effecief, goed suf, voor toeschouwer by te zitten:"waar waren we gebleven, céderik - ik vroeg jou, voor die kwamen, my in myn kont te nemen, toch? voordat jy met die knullen langskwam?" - op vrolyke, niet-afdwingende wys - - céderik schynt echter in àlle staten, - hy wil alleen maar te weten komen:"heeft iemand van die vier verdomde mariniers jou in jouw kont gepakt?" waarop haar eerlyke wederwoord:"pfff, - zeg, - dat weet ik toch niet?" hy roept uit:"wat??, - je... je wéét dat niet eens?"
woensdag 18 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten