in een notendop komt het hierop neêr: een zekere kapitein de decker, vermeend uit terneuzen in zeeland, wil àbsoluut uitvaren om handel te gaan dryven, naar kaap de goede hoop, zélfs als is het eigenlyk pasen, en zélfs al voorspelt het weêr byzonder weinig goeds. onderweg op zee wordt hy een speelbal van de duivel, na enige stormen worden de zeeën juist algeheel windstil, en geraakt men nergens meer. de bemanning sterft. de kapitein blyft eeuwig voortleven, nutteloze karweien kwytend. soms sturen de zombies op het schip een sloep vol met brieven richting een passerend zeilboot, om de familie, die natuurlyk allang gestorven is, toch nog de groeten te doen.
honderden jaren lang meenden zeelieden tot in australië toe deze "vliegende hollander" écht te hebben waargenomen, niet een enkeling, maar gehele bemanningen gelyktydig; met rode, bolronde zeilen, vliegende één meter en een half boven het watervlak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten