maandag 20 maart 2017

de indringer 21

DE INDRINGER


feuilleton in 21 afleveringen


door don vitalski















21.
"jy bent hier nog maar pas," zei de brilaap, "maar het kan niet anders of je gelooft," zo ging 'ie voort, "dat je reeds zéér veel van ons circus hebt gezien. en ja, dat is ook wel zo. ieder halfuur is er een show, en geen enkel wezen, en niets van wat wy zeggen of doen, is helemaal vervelend, normaal of alledaags. maar van de basisregels van circus bulderdrang," sprak 'ie, "weet je nog altyd helemaal niks."
    ze liepen zy aan zy door het natte gras, niet haastig, niet traag, maar wel in een duidelyke richting, dus toch wel met gestrenge pas. anders dan die keer toen hy, met overdréven grote stappen, van de paardenstallen werd overgevoerd naar de caravan van de gestrafte giraffe, begreep de indinger deze keer wél reeds ogenblikkelyk dit volgende: dat er optenief zo'n grote kans was aangebroken, die het was, om de hele omgeving, waar 'ie was verzeild geraakt, te bstuderen, om die te bekyken, met de bedoeling om er zich een idee van te vormen. hy bevond zich in een circus - maar hoe groot was dit circus dan wel? was het een circus met leeuwenkooien, met niet meer dan gebruikelyk circustenten? onafgebroken keek hy gespannen naar links en naar rechts, die matrozen-aap, die hem escorteerde, maakte daar ook geen bezwaar tegen. maar voorlopig zag hy niets. alleen maar, zonder ophouden, dit suffe, natte gras, zover zyn ogen reikten. wel hier of daar ook een waterput, en zelfs, twee keer na mekaar, een uitgebrande ziekenwagen, precies op de top van 'n zoveelste grasberm; maar verder niks. ja: hier of daar een sombere regenwolk, donkergrys en wezenloos, als zich byeen hopende stukken rots in de natte lucht.
    "jy denkt nu byvoorbeeld," zei de brilaap, "dat onze voetreis tot by de directeur, een oneindige queeste gaat worden. want jy denkt: over het wel en weê van maar één suffe jeansbroek, die ze my hebben aangetrokken, is al zo ongemeen veel heisa ontstaan, en zelfs een schietparty - wat zal het dan wel niet geven, als de àllerhoogste baas zich ermeê gaat komen moeien? zich onderweg te weten naar de circusdirecteur in eigen persoon - dat is een onderneming, die gaat een halfjaar duren. niet? is dat niet zo ongeveer wat jy nu vreest?"
   "welnu," sprak hy nog voort, "wees dan maar niet zo bezorgd. "we zyn meteen al daar. niet àlles is persé zo ingewikkeld, by ons. sommige dingen zyn eenvoudig vlakby - en trouwens: zelfs dingen die zich wél als zeer ingewikkeld aan ons aanbieden, lossen, uiteindelyk, zichzelf op, integraal. dan moet je alleen maar geduld hebben. dus eigenlyk is àlles eenvoudig."
    hy lachte hardop. hy zette zyn brilletje goed, en hy sprak:"nog een halfuur hooguit, en we zyn er al."
    voorby nog een ietwat steilere helling, die het was, openbaarde d'r zich een adembenemend vehikel, in alle mogelyke kleuren van de regenboog, en méér dan dat; het was, beste lezers, de trein van circus bulderdrang, die stilstond, en die er goeddeels verlaten scheen by te liggen. hier direct voor ons, konden we maar vier of vyf, best wel reusachtige wagons onderscheiden; maar die schenen allen te zyn verlaten, alleen in de allerlaatste wagon, die openstond, was er een suffe geit meê bezig, uit een emmer water te drinken, die daar in de wagon zelf stond.
    "ja, da's nog een idee," zei de brilaap. "we zouden zelfs, waarom niet - met de trein kunnen gaan..."

WORDT VERVOLGD  

Geen opmerkingen: