zondag 2 april 2017

kroniek 2 smeulsmurf 2

de kronieken
van de knekelman




feuilleton 
in 12 afleveringen


door don vitalski








2.
om te beginnen: waarom dat ontzettende oord in de eerste plaats al "de bubbels" werd genoemd, dat scheen ik nooit één keer aan de weet te mogen komen. die plek had niets met "bubbels" te maken, zeker niet met "bubbels" in de betekenis van opborrelend luchtbellen of iets dergelyks. misschien werden er "bobbels" meê bedoeld, of "hobbels", wat dan goed mogelyk wel kon hebben willen duiden op de bultige onder- en bovengrond van rots, en de net zo bultige zykanten van rots, waar je onafgebroken op je ellebogen en je knieën langs moest, tot bloedens toe. maar eender waar in het klapstoeltjes-commando, en al helemaal in die "bubbels" zelf, was het quasi onmogelyk om met je meêmens te communiceren; dus goed mogelyk had er één enkele gevangene, misschien meer dan honderd jaar geleên, zeer heimelyk iets proberen te zeggen tot een ander, byvoorbeeld,- intussen zeer vluchtig wyzend naar die ingang in die hoge rotswand, iets als:"dat geeft me de kriebels!" of zelfs maar een kreet als "oppassen!", wat dan verkeerd werd verstaan, misschien niet meteen maar pas vele jaren nadien, om dan geleidelyk aan helemaal te worden verbasterd tot "de bubbels". maar effectief: dat woord klonk erg angstaanjagend. in een gewone, dagdagelykse context zou een mens om zoiets als "bubbels" hebben gelachen - maar je haren gingen, alleen al van die naam, overeind staan, ziend hoe de gevangenen eraan toe waren, die uit déze bubbels terug tevoorschyn kwamen - àls ze er al uit terugkwamen, de meesten zag je nooit meer.
    in principe was "de "bubbels" een stel in steenharde, messcherpe, aardeduistere rots gehouwen kleine tunnels, een onbevattelyk hoog aantal super-nauwe, in sneltempo verstikkende smalle kruipgangetjes, waar je van de kapiteins je weg in moest vinden. je kroop niet alleen, maar de persoon die voor je uit kroop, scheen altyd nét één smal hoekje verder, soms zag je nog één voet zich wegtrekken, meer niet; en de diverse, ja vélerlei kruipende, steunende en kreunende personen vlak achter je kon je niet zien, doordat je de ruimte niet had om je om te draaien. in het beste geval had zo'n zich oneindig in de flauw hellende diept uitstrekkende schacht precies de omvang van je torso, zodat je schouders er nét helemaal in pasten; maar je draaien was dus onmogelyk. soms had je wat ruimte in de hoogte; wie achterom wilde kyken, zou zich dan misschien hebben kunnen oprichten, om dan ruggelings het hoofd helemaal achterwaarts te draaien, dwz ondersteboven, dwz met het hoofd ondersteboven, om er achterwaarts meê te kyken; maar de vrees dat je op die manier dan, goed mogelyk, voor eens en altyd vast zou komen te zitten, zal by de meesten we té groot zyn geweest, om zoiets ooit écht te hebben geriskeerd.
    met de mensen die achter je kropen, praten, was ook niet haalbaar; er was niet voldoende lucht om je verstaanbaar te maken tegenover iemand die zich àchter je bevond, alleen hoorde je soms opeens een harde kreun, en dan wist je:"die kruipen er ook nog..."
    je klom byna altyd een heel klein beetje benedenwaarts. heel soms liep, voor een paar honderd meters, het benauwende, smalle, meestal juist erg làge gangetje effen horizontaal, maar nooit ging je naar boven. tenzy je in een zogenaamde "kamer" terecht kwam. eerst werd je kruipgangetje dan werkelyk ongeméén bekrompen, alsof je je door een trechter moest zien te krygen; je duwde je schouders er met het uiterste van je wilskracht toch door, goed begrypende:"terug, is nooit meer mogelyk; in deze richting kàn je erdoor als je, desnoods, één schouder ervoor wil breken of kneuzen - maar in de andere richting, terug naar buiten; dat kan nooit.
    
WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: