donderdag 6 april 2017

smeulsmurf 9

DE TERUGKEER VAN DE SECRETARISVOGEL




feuilleton in 20 afleveringen

door
don vitalski












9.
toen hy nog niet was uitgepraat, kwam het slangenmens, met eigenaardig kronkelende passen, nog ietsje dichter naar hem toe gemanoeuvreerd, soms een kléin beetje zwevend boven het podium, dan weêr plat op zyn buik op het stro op het podium. "misschien," sprak het slangenmens, "misschien vermag dit je te motiveren..."
   met een vreemde glimlach, slangenmensen eigen, trapten-'ie nu één enkele vuurkorf om; derwys daarmeê een vlammenzee oproepend, dat ieder in de buurt vanzelf achteruit deinsde. dan riepen weêr allen, die het zagen, als uit één mond:"Oôôôôô!!..." en meteen daarna nogmaals:"Oôôôôô!!..."
    we bevonden ons in het berenbos - maar tegelyk nergens anders meer. het grote publiek was verdwenen; alleen de kleine niels en het nylpaard, alfred rosengarten nevada en de laffe leeuw, de matrozen-aap en, tenslotte, de oude buffalo bill wisten zich opeens in het allerdiepste midden van dit onnoembaar duistere dennenwoud. zelfs de pinguïns, zelfs het slangenmens zelf was helemaal nergens meer.
   "wat nu!"
    "hoor..."
    we spitsten allen de oren - niet zover hier vandaan; een bloedstollend krysen - maar wel een volstrekt afgepeigerde soort van krysen, een half-uitgeblust jammeren, van ietsje verderop tussen de vreselyk naar brandend hars riekende dennentakken. "dat is," zei nevada, "de secretarisvogel. ik geloof," sprak 'ie voort, "dat ik wéét waar we nu zomaar gedropt zyn - volg my."
    hoewel klaar zynd om de leeuwentemmer dan maar te volgen, op goed geluk, konden we zometeen, in de praktyk, niks anders helemaal opbrengen dan sprakeloos, als aan de grond genageld te blyven stille staan; uit het zwarte kreupelhout iets tevoorschyn ziende komen; was het een tyger? een moord-indiaan? een moordwezen dat wy, als kinderen van de bange god, niet eens by naam zouden kennen? neen, goede lezers; uit de schaduwen kwam daar de mooie, ranke gestalte naar onze toegebeend, van niemand minder dan het personage dat, zolang dit nog leefde, placht te luisteren naar, en gehoorzamen aan, de roepnaam die zyn vader hem gaf, meerbepaald de naam van jerry bill.
    overmand door zyn eigen ontroeringen, presteerde zyn vader, buffalo bill, een zeer ogenblikkelyke, drastische knieval - niet eens by machte, geluid voort te brengen. maar jerry bill zei gestreng, er geen halve seconde gras over willende laten groeien:"ik ben niet meer in leven, vader... je ziet hier alleen myn geest... en uit de mond van myn geest," sprak jerry bill het uit, als in trance, "uit de mond van myn geest spreekt het stemgeluid, zoals je hoort, dat het stemgeluid is van de gnoom der wrake..."
    "ik begryp het," stamelde buffalo bill.
    de matrozenaap en de leeuwentemmer hielpen de oude, geschrokken, gans opgeleefde revolverheld die 'ie was, enigszins plechtig weêr overeind. terwyl sprak 'ie deze woorden uit, voor iedere letter die nodig was, zoveel nadruk vergaêrend als maar kon:"zelfs myn zoon kan niet worden begraven - zolang we die secretarisvogel niet verlost zullen hebben!"
    op datzelfde moment kwam daar ook, in het hellelicht van de lachende manenschyf, de tronie tevoorschyn gedoken van de allergruwelykste beestenleider, kapitein weêrwolf. opnief tegelykertyd werd duidelyk, dat die zich in het precaire gezelschap wist te vermeien van kapitein kaaiman en zélfs van, in eigen persoon, kapitein de vampyr. ook commissaris pondi, zyn zeehonden en zyn dalmatiërs maakten, satanisch lachend in het sterrenlicht de duivel, hun volstrekt huiveringwekkende opwachting...

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: