zaterdag 13 mei 2023

gast-auteur


59.
-‘Luister Jos, dergelijke moeilijkheden kan je beter zelf oplossen! Jij bent oud en wijs genoeg! Hoe kan ik je trouwens raad geven? Mijn eigen huwelijk is een zinkend schip. Toch verbaast het me. Isabelle is een toffe meid. Appetijtelijk! En vriendelijk!’

   -‘Te vriendelijk, zeg maar!’

   -‘Waarschijnlijk zijn je verwachtingen te hooggespannen! In damesbladen kan je het hele waslijstje vinden. Is zij goed in bed, ja? Kookt zij lekker? Laat zij je 's avonds binnen?’

   -‘Wat dacht je? Ik ben geen hond!’

   -‘Wat heb je dan te klagen? Je mag al dik tevreden zijn als je je zuur verdiende centen aan haar mag afgeven! Doe zoals ik: laat Gods water over Gods land lopen! Ik krijg hier andere sukkels over de vloer!’

   Joseph werd ongeduldig. Hier was dokter noch therapeut. Zelfs de honden hadden opgehou­den te blaf­fen. Als je goed luisterde, drukte de stilte van dit smaakloze paleis als een ondraaglijk gewicht. Je kon de mortel tussen de stenen horen. Of zat de therapeut aan zijn soep? -‘Kijk dokter, ik ben ziekelijk jaloers! Mijn fistel moet dringend worden doorprikt en uitgeknepen.’ Hij stond op, liep door de hal en belandde in de woonkamer. Doordat het ruime vertrek met zware meubels was volgestouwd, was het even zoeken voor hij het vrouwtje onder een antieke lees­lamp ontdekte. Zij had een boek op haar schoot dat ze angst­vallig dichtklapte.

   ‘Waar blijft uw dochter?’ Door haar zichtbare zwakheid neigde Joseph ertoe beleefd te blijven.

   ‘Mijn dochter is in Parijs, weet u toch?’

   ‘Wat? U liegt!’

   ‘Waarom schreeuwt iedereen tegen me?’ Het kuikentje kromp ineen, sloeg haar magere vleugeltjes over het hoofd en begon te snikken.

   Nu zou hij zijn spijt moeten uitdrukken, temeer omdat er een grote kans bestond dat hij morgen de drager was van een jobstij­ding. ‘In dat geval heeft uw echtgenoot me verkeerd ingelicht, me­vrouw!’

   Zijn woorden schenen haar niet te bereiken. Het vrouwtje zat daar levenloos ineengekrompen, alsof het verschrikkelijke nieuws, dat een sadist haar dochter ginds in Parijs had gevierendeeld, haar reeds via telepathische kanalen had bereikt. Hem restte niets anders dan machteloos toe­zien, wach­ten, ijsberen door de kamer, naar de inge­lijste familiefoto's kijken aan de muur. Het gezicht van Marijke was al in zijn geheugen gegrift. Zijn vergelijking van de baron met een draak bleek een sprong naar de ongebreidelde fantasie; al deed zijn hoofd wel wat vies aan. Als je er lang naar keek, was het net of hij je ieder ogenblik dodelijk kon doen schrikken door zijn kleverige tong ver naar je uit te rollen.

   Weer begonnen de honden te blaffen. Achter het huis klapte een deur dicht.

   Met hoopvolle blik richtte het baronesje haar hoofd naar een glazen deur. Daarachter ging het licht aan.

   Hoe had hij het in zijn hoofd gehaald om zich de huismeester als een molensteen voor te stellen? Voor hem verscheen een galante heer, - met kale kop weliswaar, - maar geen pad, en nog minder een vuur­spuwende draak! Desondanks trok de koene ridder zijn vlijm­scherp zwaard uit de schede, - uit voorzorg.

   ‘Is dat uw auto voor de oprijlaan? Ik kon er amper passeren! Hé, wat is hier gebeurd? Gaat het mevrouwtje?’

   Het dametje zakte opnieuw in. ‘Zij is erg overstuur!’ zei Joseph. En hij haastte zich eraan toe te voegen: ‘Reinhout, privédetective. De baron had me teruggeroepen! En dat blijkt dus een vergis­sing! Ik verneem juist dat Marijke nog in Parijs is.’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: