43.B.
Hij trok een lade open en herkende de briefomslag met hete plaatjes. Koortsachtig zocht hij verder. Tussen een boel documenten, bankuittreksels, kwitanties en een uitnodiging voor een vernissage, vond hij een kleurenfoto. Hij knipte de bureaulamp aan. Onder de felle lichtstraal werden de vage contouren haarscherp. De zijdelingse afbeelding van een witte poedel veranderde in het welgedane, doorgezakte vlees van een naakte man in hondjeshouding, steunend op beide knieën en ellenbogen. Door de draaiing van zijn hoofd viel het gezicht van de man buiten het beeld. Daarentegen was zijn donker, halfopgericht lid met ontblote eikel erg zichtbaar. Zonder de groezelige matras eronder zou hij de figuur met een hengst associëren. Doordat de foto was genomen met een flash, bleef de achtergrond in het halfdonker; terwijl het blanke vlees juist erg oplichtte. In de oneffenheid onder de buik die hij eerst voor een hoofdkussen had gehouden, ontdekte Joseph twee opengesperde ogen en een zwarte haarlok. En dit verbaasde hem nog het meest: dat hij in die beschaduwde vaagheid de grimas van mevrouw Derycke herkende. Zelfs van haar hand met roodgelakte vingernagels grijpend naar het lid, was hij zeker. Onder de foto lag een lege briefomslag, waarop in handschrift: ‘Elke vrijdagnacht in de Oudemansstraat.’ De briefomslag was groter dan de foto, wat Joseph op het idee bracht dat hij er moest uitgeschoven zijn, daar deze gegevens bij mekaar hoorden. Vrijdag. Dat is morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten