62.
Zonder dat hij erop gericht was om het met Mathilde aan te leggen, kwam Paul hoe langer hoe meer in haar vaarwater. Het begon met de studentenkamer, die zij voor haar zoon in Leuven had gehuurd. Mathilde had hem gevraagd om bij het schilderen van plafond en muren een handje toe te steken, - uiteraard tegen een lichte vergoeding. Zij stond er zo hulpeloos bij dat hij onmogelijk kon weigeren, zelfs al gaf ze geen cent. Na drie dagen schilderwerk, moesten er nog meubels versjouwd worden: voor de zwaarlijvige Mathilde een onbegonnen taak; vooral daar de kamer enkel langs een smalle trap bereikbaar was. Zij stond er enkel bij om toe te kijken en haar zoon bij te staan met haar op bevelen lijkende raadgevingen, terwijl ze voor Paul opvallend vriendelijk bleef. Tijdens de autoritten heen en terug, waarbij ze met de blik vooruit achter het stuur zat, ging ze nog een stap verder. Kennelijk profiteerde zij ervan dat ze alleen waren: haar toon en wat ze te zeggen had, herinnerden hem aan wat kortgeleden tussen hen had plaatsgevonden.
Later, toen haar zoon zich goed en wel in Leuven had gevestigd, nodigde Mathilde hem als dank voor zijn hulp uit op een dinertje bij haar thuis. Katia werd in het bed van haar zoon te slapen gelegd. Weer waren ze alleen. En weer stuurde zij hem van die goedlachse, intieme seintjes waaruit Paul kon opmaken dat ze hem niet af zou wijzen als hij weer eens avances maakte. Mathilde kreeg alvast een compliment. Zij had zich uitgesloofd op zijn lievelingsgerecht: gekookte hesp, witloof en aardappelen, overgoten met een overheerlijke kaassaus. Bij elke hap gaf Paul zich er rekenschap van hoelang al hij de attenties en zachte zorgen van een vrouw had moeten ontberen. Voor het dessert, - geflambeerde pannenkoeken, - deed zij het licht uit. Naast enkele kaarsen brandde boven de verhitte pan enkel een spectaculair hoge vlam. Na hun laatste flensje pakte hij Mathildes hand en leidde haar naar de slaapkamer.
Gedreven door een andere honger werd dit het begin van een wekelijkse ontmoeting; de ene keer bij haar thuis, dan weer bij hem. Tussendoor onderhield hij met haar nog andere contacten. Toen Mathilde hoorde dat hij opnieuw in het bezit was van zijn rijbewijs, kwam ze al eens met de vraag of hij met haar wagen boodschappen wilde doen om met een lijstje langs de grossier te rijden. Voor Paul kwam dit goed uit, temeer omdat elke rit eindigde met een fooi, welke hij door haar onverzettelijk aandringen, gedwongen werd aan te nemen.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten