de integrale nacht wakker gelegen, of course vanwege te laat te stevige koffi gedronken. er het beste van gemaakt; op den duur het licht weêr aangemaakt om een flink stuk door te lezen in die my zondag aangeschafte sex pistols-biographie - die erg anti-cliché is, en waanzinnig gedetailleerd en allround...
toen luv vroeg wakker werd,- rond een uur of zes, zoals gewoonlyk -, en zich naar beneden begaf, sloop ik haar dan maar achterna; om wat te babbelen; alles byeen zien we mekaâr zelden. dus.
dit zo, totdat een halfuur later ook mollie wakker werd - dan snel kik weêr naar myn kamer terug, nog voordat die my zou moeten tegenkomen. tégen de clash tussen links hààr ochtendhumeur en rechts myn debiele kamerjas...
(het is niet echt een ochtendhumeur, niet steeds; eerder gewoon een best begrypelyke behoefte aan zo weinig mogelyk prikkels tussen links haar wakker worden en rechts, weêr een halfuur later, haar zich op haar fiets weten.)
kik dan toch, rond de negenen, in slaap gevallen - om pas wakker te worden rond één uur smiddags.
niks aan te doen...
tot negen uur savonds mails liggen beantwoorden, en verder helemaal niks. mailen, mailen, messengeren. ja, toch wel nog wat anders; de kinderen naar de muziekschool brengen - én zelfs weêr gaan halen...
op de hoek van onze straat is er, zoals quasi dagelyks, een sluikstorter druk bezig geweest... er geen zin in hebbende om my daar zelfs maar kwaad om te maken, met het brein op nul, myn handschoenen aangetrokken - en die rotzooi zelf dan maar in een vuilniszak gaan steken. echter: waarom moest die boecht nu werkelyk zo walgelyk zyn: dat je er létterlyk van moet kotsen? dit geurde zo walgelyk - dat ik er letterlyk van moest kotsen. - - waarom? god! dwz: waarom, is vraag, mag dat nu niet gewoon, please, een hoop rommel zyn: die smerig is zonder meer? waarom moet dat nu dan ook weêr ZO OVERDREVEN kotsmisselyk zyn?
eêrgisteren was ik om halftwaalf savonds in het kbc-kantoor op de italiëlei, cash geld gaan storten. daar lag een zwerver te slapen, in een hoek, op die keiharde stenen grond, onder een plastieken jas. die mens stonk ook zo hard - zo erg, dat ik een briefje van 20 in zyn handen ben gaan frommelen; mede omdat je wel duidelyk op voorhand kon weten dat die niet meteen ging wakker worden.
aan schooiers geef ik nooit iets - maar: aan zwervers die, liggend in een bankkantoor, zo hard stinken, toch wel. de geur van een drie jaar lang niet meer gewassen apenkooi (dat stortvuil hier op straat stonk wel nog zestig keer harder...)
subiet naar de postbus om ondertekende documenten voor myn boekhouder op de bus te gaan doen. ik kan niets meer creëren, geen one man shows, geen nieuwe voorstellingen, geen romans - omdat ik van smorgens tot snachts formulieren moet invullen. de bureaucratische formaliteiten - hebben myn integrale bestaan overgenomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten