60.
‘Misschien… als ik met haar kon praten,’ opperde hij voorzichtig. Om een of andere reden voelde hij zich daartoe beter geplaatst dan Lotte of de andere meisjes.
‘Dat wou ik je net vragen. Iemand moet haar wakker schudden. Want zo mag het heus niet verder. Vorige week, toen Birgit iets tegen haar zei, barstte ze spontaan in huilen uit. Maar meestal zit ze zwijgend en met een afwezige blik voor zich uit te staren.’
Pas bij deze woorden drong het tot hem door welk een mooie kans hij had gemist. Het was of hij ineenkromp van spijt. Na die moeilijke dagen van scheiding had hij dat onwetende kind zijn reddende hand kunnen toesteken. Wat dat kind nodig had, was iemand die haar leven richting gaf: een wijze vaderfiguur, een man met levenservaring, een geduldige, begripvolle, tedere minnaar. Misschien kon hij bij een volgende gelegenheid hier met haar praten; al leek hem deze plaats vanwege de drukte niet zo geschikt. Beter zou het zijn haar voor het begin van de volgende voorstelling bij de ingang op te wachten om dan recht op zijn doel af te gaan: een vastberaden kerel, bereid om haar zonder iemand een woord te zeggen voor drie maand of langer naar Mallorca te schaken.
Het meisje bracht de bestelling en Eduard rekende af. ‘Vorige week heb ik de oudste vrouw van België ontmoet,’ begon hij, om het eens over iets anders te hebben. Hij hoopte dat een dergelijke curiositeit Lotte zou interesseren, maar zo te horen was zij meer uit op een geintje.
‘Wanneer rijden we nog eens naar Breda?’ herbegon hij lachend. Nu de tegenslagen tijdens die waanzinnige rit ver achter de rug lagen, hield hij er enkel nog prettige herinneringen aan over. Hij hoopte dat dit bij Lotte ook zo was.
‘Kijk, als je over de duivel spreekt… Daar komt Gerard!’ Met blijde ogen keek ze overheen Eduards schouder. ‘Jullie hebben al eens kennisgemaakt, weet je nog?’
Hij had die vent inderdaad al eerder ontmoet, en wel bij de ingang van het station van Breda, waar Lotte die onvergetelijke nacht met hem had afgesproken. Ondanks hun hartelijke begroeting gaf hij zich rekenschap dat het jonge stel zijn aanwezigheid in hun midden vlug als een storend element zou ervaren. En heer als hij was, wilde hij zulks vóór alles vermijden. Vandaar zijn voornemen om al bij de eerste gelegenheid op te stappen.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten