dinsdag 21 maart 2017

ONS FEUILLETON

HET DUIVELS-LABYRINT



feuilleton in 10 afleveringen


door don vitalski














1.
In de uiteraard zeer Gothic aandoende Kapel van de Prediker, tamelijk ver van het meer centraal gelegen, en dus meer bedrijvig aandoende Hoofdgedeelte van Circus Bulderdrang, het "Wintercircus Van De Slappe Lach", kwamen er steeds gehele zwermen Kraaien neêrgeland, om er gratis uit te rusten, soms dagen-, soms zelfs wekenlang, oftewel komende van het Berenbos, oftewel daar juist finaal naar onderweg - om dààr dan immers, wellicht, nooit meer, ooit nog van hun leven, vandaan te zullen komen. De Prediker koesterde deze vliegdieren, die ze waren, als een uitdrukkelijke bevestiging van zijn autoriteit, die, als vanzelfsprekend, qua ambitie integraal theocratisch heette; als een herrezen Sint-Franciscus, die, immers, communiceerde met àlle soorten vogels, stond de Prediker vaak met opzet echt overdréven vroeg op, dikwijls al om 'n uur of vijf 's nachts, speciaal om ze oud brood te gaan voêren. Was het daags tevoren dan erg laat geweest, dan scheen 'ie van dit grimmig vroege voorochtend-uur zelfs extra te genieten; door de paddenstoeltjes van het feestje tevoren nog halfdronken, om niet te willen zeggen "vergiftigd", strompelden-'ie dan, in zijn zwarte pyjama als in 'n oud harnas, gebeden voor zich uit prevelend, naar het lagere gedeelte van dit gebouw, tot aan de scherp gepunte, eikenhouteren schotten van het voorts algeheel uit steen opgetrokken terras van de Kapel, meteen aldoor kleine cigaartjes rokend ook, van het merk Danneman, en verbrokkelde dan pas, plechtstatig, om niet te zeggen "pontificaal," het zure brood, hem veelal aageleverd door zyn Half-Broeder, de Engelbewaarder.
    Ook andere Dieren vonden daarom hun weg tot bij de Prediker, al was die voor de rest, op zichzelf, wat zijn verdere karakter aanging, eêr tegengesteld aan gastvrij dan bijzonder uitnodigend. De Dieren beseften goed dat zij door dit ranke heerschap als het ware "gebruikt" werden; dat ze hem goed uitkwamen, omdat hij er goed met meê stond. Ooit, vele lange, wilde, moeilijk na te vertellen jaren geleên, toen het Circus zch niet hiér bevond, maar ergens in de Cannaregio in Venetië, liet de Prediker wel 'ns een portret van zich worden geschilderd, hetwelk vandaag nog in zijn Kapel hing ter bezichtiging: ook op dit schilderij zaten er ontelbare Kraaien rond hem, op zijn schouders en aan zijn voeten, maar ook een Tijger liet zich op dat doek ontwaren, een beetje verborgen achter de Prediker zijn lange rok; op de achtergrond zagen we voorts, als een bijna verplichte numero, de vliegende Oliphant voorbijscheren, tezamen met nog andere, droomachtige circusfauna. Maar vandaag, wanneer dit verhaal uiteindelijk aanving, dat als een titel met zich meêdroeg "Het Duivels-Labyrint", vandaag was het een Leeuw die, van verre langs de drassige heuvels komende aangemankt, hunkerend, zijn opwachting maakte; Ludo, de zogenaamde "Laffe" Leeuw van het Circus, precies één jaar en één dag geleên door zijn Temmer helemaal in de steek gelaten.
    De Prediker had, al sinds die geboren werd, een bloedhekel aan die Leeuwentemmer, en was daarom verblijd om Ludo, de Laffe Leeuw, op zijn voor-ochtendlijke terras te mogen ontvangen - al stoof het gevogelte d'r wel enigzins van uiteen. De Leeuw, helemaal uitgeput, geraakte nog juist op de vele, hoge, uit blauw- en zwartgeblakerd arduin gehouwen scheve trappen van het portaal, ernaar snakkend om, als eindelijk, zijn grote, magere, kaalgeslagen leeuwenkop bovenop zijn voorpoten te rusten te mogen leggen.
    "Ave," psalmodieerde de Prediker lachend, en bracht hem een emmer ijskoud kraantjeswater.

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: