IN HET LABYRINT
fueilleton in 10 afleveringen
door don vitalski
5.
"ze willen dus wel, absoluut, iets ondernemen," zo vatte de prediker dit nog 'ns tezamen, "maar," zo sprak 'ie nog voort, nog altyd zyn kazuifels aandachtig plooiend en dan opzyleggend, "de vlucht van de levende kanonskogel mag nooit meer, ooit nog, ter sprake komen - dat begryp je."
de leeuw knikte langzaam, met zyn grote kop, een geeuw onderdrukkend, omdat hy deze uitleg wel écht heel erg boeiend vond. die geeuw kwam er van vermoeidheid, zeker niet van iets als verveling.
"dus," sprak de prediker, "wat hebben ze d'rop gevonden, dan maar, uiteindelyk? het verhaal doet nu zyn ronde dat ik de luizenaap zomaar ineens, zonder dat 'ie het me gevraagd zou hebben, zou hebben bekeerd en gekerstend en ingedoopt - met, als een soort doopvont, één van die grote afschuwelyke tonnen creoline - je weet wel; by de vallei van de hangenman... dat ik de luizenaap daar byna in verdronken zou hebben, om hem te dopen."
na eventjes wat meer nauwkeurig over zyn te gebruiken woordenschat te hebben nagedacht, psalmodierde de prediker in alle rust:"ik hoef aan niemand myn onschuld te beginnen te bewyzen. de heer ziet alles, ook dit soort lasterlyke flauwekul."
de korf was helemaal leêg gemaakt. toch bleef hy neêrzitten waar hy neêrzat. het allermeest prille daglicht denkbaar, baande zich een weg langs zyn indrukwekkende stel graatmagere jukbeenderen, en deed het montuur van zyn befaamde ronde brilletje opglimmen, als om vorm te geen aan zyn uiterst actieve, maar tegelykrtyd juist erg bedaarde, want ongemeen schrandere manier van bezig te zyn met nadenken. maar op de vensterbank van het raam vlak achter hem, landden-er een zeer griezelige raaf; dit wezen was integraal een vogel, maar had een beetje een menselyk aandoende neus waar by normale vogels een snavel mocht worden verwacht.
"door er een godsdienstig schandaal by te verzinnen, hebben ze daarboven natuurlyk ogenblikkelyk prys. meer dan negentig procent van alle circusartiesten van circus bulderdrang is streng katholiek, of toch zeker christelyk. de meeste circusartiesten geloven, zoals je waarschynlyk weet, in een byna onnozele soort van christen-god, de werkelyk oer-klassieke "onze lieve heer", zoals we die kennen van onze met potloden bygekleurde circusprenten; letterlyk die bebaarde, oude man die, met een kroon van goud bovenop zyn hoofd, boven de wolken uittroont, en die, indien nodig, berispend naar je zal wyzen, met wys- en middelvinger, wanneer je iets verkeerd hebt gedaan. die god duldt geen kersteningen op onvrywillige basis! sint-ambrosius, sint-augustinus, sint-bartholomeus; of, één van myn lievelings-heiligen, sint-brandaan... dit voert ons te ver, laat maar zitten, arme leeuw..."
"je weet toch dat jezus christus soms ook als een leeuw wordt voorgesteld? de leeuw als een zinnebeeld van kracht, onder dat embleem wordt christus soms voorgesteld als de leeuw uit de stam van juda, byvoorbeeld in 'openbaringen', ik geloof in boek vyf of boek zes, dat wil ik wel 'ns voor je nazien, als je wil..."
pas nu zag de prediker naar die ellendige raaf om, dwz naar die raaf met die byna menselyke, roze neus. "als ik niet vermoeid was, en niet zo afgepeigerd en niet zo erg uitgehongerd," zo dacht de leeuw, "dan kon ik die rotvogel wel pakken. vroeger zou ik dat zéker hebben gekund!"
WORDT VERVOLGD
"het onheil dat ook jou, verdomde ludo," zei de prediker, "nu zo driftig en zo uitgebreid aan het vooruitdryven is, al dagenlang, al wekenlang, door barre vlakten, door klamme velden, door onweêr en door laffe zon, is zeker en vast
de leeuw knikte langzaam, met zyn grote kop, een geeuw onderdrukkend, omdat hy deze uitleg wel écht heel erg boeiend vond. die geeuw kwam er van vermoeidheid, zeker niet van iets als verveling.
"dus," sprak de prediker, "wat hebben ze d'rop gevonden, dan maar, uiteindelyk? het verhaal doet nu zyn ronde dat ik de luizenaap zomaar ineens, zonder dat 'ie het me gevraagd zou hebben, zou hebben bekeerd en gekerstend en ingedoopt - met, als een soort doopvont, één van die grote afschuwelyke tonnen creoline - je weet wel; by de vallei van de hangenman... dat ik de luizenaap daar byna in verdronken zou hebben, om hem te dopen."
na eventjes wat meer nauwkeurig over zyn te gebruiken woordenschat te hebben nagedacht, psalmodierde de prediker in alle rust:"ik hoef aan niemand myn onschuld te beginnen te bewyzen. de heer ziet alles, ook dit soort lasterlyke flauwekul."
de korf was helemaal leêg gemaakt. toch bleef hy neêrzitten waar hy neêrzat. het allermeest prille daglicht denkbaar, baande zich een weg langs zyn indrukwekkende stel graatmagere jukbeenderen, en deed het montuur van zyn befaamde ronde brilletje opglimmen, als om vorm te geen aan zyn uiterst actieve, maar tegelykrtyd juist erg bedaarde, want ongemeen schrandere manier van bezig te zyn met nadenken. maar op de vensterbank van het raam vlak achter hem, landden-er een zeer griezelige raaf; dit wezen was integraal een vogel, maar had een beetje een menselyk aandoende neus waar by normale vogels een snavel mocht worden verwacht.
"door er een godsdienstig schandaal by te verzinnen, hebben ze daarboven natuurlyk ogenblikkelyk prys. meer dan negentig procent van alle circusartiesten van circus bulderdrang is streng katholiek, of toch zeker christelyk. de meeste circusartiesten geloven, zoals je waarschynlyk weet, in een byna onnozele soort van christen-god, de werkelyk oer-klassieke "onze lieve heer", zoals we die kennen van onze met potloden bygekleurde circusprenten; letterlyk die bebaarde, oude man die, met een kroon van goud bovenop zyn hoofd, boven de wolken uittroont, en die, indien nodig, berispend naar je zal wyzen, met wys- en middelvinger, wanneer je iets verkeerd hebt gedaan. die god duldt geen kersteningen op onvrywillige basis! sint-ambrosius, sint-augustinus, sint-bartholomeus; of, één van myn lievelings-heiligen, sint-brandaan... dit voert ons te ver, laat maar zitten, arme leeuw..."
"je weet toch dat jezus christus soms ook als een leeuw wordt voorgesteld? de leeuw als een zinnebeeld van kracht, onder dat embleem wordt christus soms voorgesteld als de leeuw uit de stam van juda, byvoorbeeld in 'openbaringen', ik geloof in boek vyf of boek zes, dat wil ik wel 'ns voor je nazien, als je wil..."
pas nu zag de prediker naar die ellendige raaf om, dwz naar die raaf met die byna menselyke, roze neus. "als ik niet vermoeid was, en niet zo afgepeigerd en niet zo erg uitgehongerd," zo dacht de leeuw, "dan kon ik die rotvogel wel pakken. vroeger zou ik dat zéker hebben gekund!"
WORDT VERVOLGD
"het onheil dat ook jou, verdomde ludo," zei de prediker, "nu zo driftig en zo uitgebreid aan het vooruitdryven is, al dagenlang, al wekenlang, door barre vlakten, door klamme velden, door onweêr en door laffe zon, is zeker en vast
Geen opmerkingen:
Een reactie posten