feuilleton in 17 afleveringen
door don vitalski
wat voorafging: er is een indringer in circus bulderdrang, en de verteller van dit verhaal wil het op zich nemen om die indringer verder te helpen...
9.
de bedoeling had er natuurlyk uit bestaan om de buffel, die niet begreep wat hem boven het hoofd hing, die ene, afgryselyke tyding te bezorgen, die ik daarjuist nog maar zelf, zonder dat ik het wilde, had moeten vernemen van de wakkere sprinkhaan; die boodschap betreffende de ontzettende dood van jerry bill, de zoon van de buffel, door dryfzand in de vlakte van het losse zand - een boodschap die, inderdaad, was bevestigd geworden door het slangenmens, en die dus zeker en vast van waarheid moest zyn doortrokken - vermits, ten eerste, het slangenmens niet kon liegen, en vermits er, ten tweede, ook omtrent het slangenmens maar moeilyk gelogen kon worden; het slangenmens beheerste de kunst van het leviteren; met als een gevolg: als je dingen over hem zei die leugenachtig waren, dan werd je ogenblikkelyk, datzelfde moment nog, door hem opgejaagd en maf-getreiterd. tenminste, naar werd volgehouden. zelf had ik daar geen ervaring meê.
onderwyl de buffel my aankeek, zag ik, als vanzelf maar toch onverwachts, het meer authentieke, het meer eerlyke, het meer diepzinnige mensenwezen in zyn persoonlykheid ineens naar boven schynen te wellen. zyn échte wezen, van vlees en bloed - zoals hy écht was, àchter dat veel te stoere masker van 'm, en àchter die karikatuur. wat zou dit bericht met hem doen? nu al was deze cowboy zo overdreven geagiteerd aan het geraken geweest - alleen nog maar door dat gedoe met die kleêren... die 'ie dus uitgerekend aan zyn zoon had willen geven...
"wat dan?" vroeg de buffel my ongeduldig. en sprak weêr:"zeg het, verdomde brilaap!"
dus: de bedoeling, lezers, bestond eruit, zoals jullie het begrypen, dat ik hem nu gelyk iets zou hebben meêgedeeld als, pakweg, dit volgende; iets zoals:"jouw enige zoon, jerry bill - die is gestorven." of anders:"jouw zoon is niet meer in leven." of nog anders:"een paar dagen geleên al, is jouw zoon helemaal doodgegaan - in dryfzand..."
hoe kort en krachtig dergelyke bewoordingen misschien ook - ik vermocht ze simpelweg niet op te brengen.
"wat is er?" vroeg ook de minotaurus optenief, met schuddend hoofd, terwyl die bezig was, het papieren zakje te verscheuren, waarin zich daarjuist nog die paddenstoeltjes hadden laten aantreffen, door dewelke ze überhaupt zo opgewonden waren geraakt. hy schudde met zyn brede hoorns en brieste. "wat kom je hier toch eigenlyk uitsteken!"
"pas op," zei de buffel tegen de minotaurus. "ik ben zélf die knakker gaan halen. die brilaap." en tot my sprak hy weêr:"zeg het, kleine matroos!"
ik stamelde zomaar iets uit, eender wat in my opkwam. moeder, helpe my! "misschien," zo zei ik, "misschien zal die broek hem niet eens passen. toch?"
om alle mogelyke razernyen meteen te pareren, sprak ik onverdroten nog méér voort, myn woorden zomaar ergens vandaan plukkend. "maar los daarvan," stamelden-ik, "los daarvan heeft de buffel," zei ik - en ik hernam:"de buffel heeft toch gelyk!"
"hunk??,- hoe bedoel je dan?"
"je kan niemands kleêren zomaar, alsof dat normaal is, aan iemand anders willen doorgeven... al zeker niet als je die kleêren hebt toevertrouwd aan een persoon die wordt gezien als een professioneel kleêrmaker."
in het flakkerende kaarslicht ging de buffel terug overeind staan. "goed gesproken! goed gezegd! jy bent goed bezig! jy bent een zoon van jouw vader!"
"maar - zeg eens hier," hoestte de minotaurus naar my apart. en sprak, nog steeds met dat papiertje in zyn tien vingers:"om te beginnen - want: dat wilden-ik, eigenlyk, daarjuist al wel vragen, sorry - maar," zo vroeg 'ie, "ben jy wel écht, als ik mag vragen, van het secretariaat? in feite? want ik bedoel: helemààl echt? of misschien maar 'n stagiaire? ja - dàt, om te beginnen!"
"toch wel," zei katinocenov met tegenzin. "hy is," zei katinocenov, "een nieveling op het secretariaat - maar hy werkt er toch echt. van die familie die ooit, ten tyde van wat heet 'de laatste grote verhuis', die gestrenge winter van toen, is kunnen ontsnappen uit de konvooien van het commando van de witte apenkooi."
alweêr geleek deze vergaâring voor my persoonlyk een gunstige baan te willen beschryven. beter zelfs nog, dan verhoopt. ten eerste had ik intussen een standpunt ingenomen, dàt was al iets zeer goeds. bovendien betrof het een standpunt dat ik ook eerlyk kon onderschryven. dat je niemands kleêren zomaar mag beginnen rond te delen, alsof ze van jouzelf waren - dat klopte, daar was ik het meê eens. en meteen daarop werd, bovendien, myn uiterst aparte positie nog 'ns bekrachtigd - die van myn echte, concrete, aanwysbare dienstbetrekking in het zo uitzonderlyke secretariaat, beste lezers. een gigantische stap in de goeie richting - twee of drie stappen tegelyk, misschien zelfs! vanzelf moest ik een lachje versmaden... want: het secretariaat was alles. ik had het uiterlyk van een bespottelyke matrozenaap, dat klopte - maar: ik was van het secretariaat.
de minotaurus zei niks meer. de buffel evenmin. de giraffe nam eindelyk nog 'ns het woord, meer bepaald zoals hier nu volge:"het spyt my," articuleerde de giraffe moeizaam doch helder. "het spyt my als ik dit verkeerd heb ingeschat. ik wilde de buffel écht niet ambeteren! ik heb een grote fout gemaakt!"
dus, om het vlug af te ronden; wat my te doen stond, was dit: ik zou die indringer, pjotr lavaski, zo snel mogelyk, en vooral zo zelfstandig mogelyk, zonder hulp van anderen, naar ergens anders moeten zien over te brengen - vermoedelyk, zoals al gesuggereerd door de buffel, toch best in één keer tot by de directeur, jazeker. een reis tot by de directeur, dat was iets dat my, goed nagegaan, zeker en vast zou lukken, en waar ik aldus, zodoende, totaal niet voor hoefde terug te deinzen. maar, jammer genoeg: voor zo'n onderneming zou ik toch eerst, niks aan te verhelpen, naar het secretariaat, naar de oude robot terugmoeten; met name voor de nodige stempels, de nodige pasjes, de enige, juist gesorteerde aanbevelingen... figuren zoals de schildpad of de oude robot, die daar al eeuwigheden in de touwen hingen, die konden waarschynlyk zomaar, op goed geluk, met leêge handen tot by de directeur zelf binnengeraken - maar: persoonlyk was ik daar nog te bangelyk voor, voor zoveel avontuur. ik was nog te bedremmeld en te bleu - daar moest ik, inderdaad, eerst nog de nodige papieren voor byeen gaan halen.
alleen: als ik nu terugliep,- wat dus wilde zeggen: terug naar het secretariaat; om daar myn collega's, of eêrgezegd: myn oversten, te gaan uitleggen waar dit om draaide - een indringer - in circus bulderdrang!!... zouden die van het secretariaat my dan wel nog zomaar weêr kunnen laten gaan?
om het my in eigen persoon verder te laten opvolgen?
of zouden ze dit voorval dan niet juist, veeleêr, voor zichzelf willen opeisen, of voor mekaâr? om het myzelf toch alleszins uit handen te nemen - ja, metéén! hoe érg zou dit dan zyn - "maar," vatten-ik snel, "dit gehele verhaal gaat zichzelf uitwyzen. de truuk was toch juist, had ik al gezegd, om niet zélf iets te beginnen?" ik moest dit vanzelf zyn beloop laten hebben.
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten