zondag 6 januari 2019

column streekkrant editie antwerpen

FRANSWERPS 

De Franse taal is nauw met het Antwerps verbonden. Op het ogenblik telt Antwerpen een dertigduizendtal francofone Antwerpenaars, meestal de nakomelingen van aloude, elitaire, patricische families die naar Antwerpen overkwamen ten tyde van de laatste Franse koningen en Napoleon. Tot iets na de tweede Wereldoorlog hadden die nobele rykaards vooral veel invloed op de banksector, maar ook in het gerecht en, havenstad die we zyn, in de maritieme wereld. Nog tot aan het begin van de voorbye jaren zeventig was één op de vyf advocaten Franstalig. Vandaag zyn dat er nog geen twee op de honderd. Dus inderdaad, dit staat buiten kyf: langzaam maar zeker is de Franstalige Antwerpenaar aan het uitsterven.

In ons sappige straattaaltje zal het Frans evenwel voor eeuwig blyven resoneren. De tyd dat in 't Koekenstad sommige straatnaambordjes tweetalig waren, zoals heden nog steeds in Brussel, ligt ver achter ons, maar het zogenaamde "Franswerps" krygt niemand kapot. Het meest gekend is onze term "pertang", komende van "pourtant", maar voorts worden vermoeiende mensen nog steeds"fatigaant" genoemd, een tandenstoker heet nog dikwyls een "pik-a-dent", en als je één of andere "parlee" niet gauw genoeg kan volgen, zelfs niet als je een "efforreke" doet, dan ben je, wat men noemt, "duur de comprenuur". We drinken nog steeds graag "Elixir d'Anvers", desnoods in een entreneusenkot, als je een wind laat, dan "krokt uw eesjappement". Dan kan je maar best naar de cour. Dus allez, da's in de sjacoche.

Geen opmerkingen: