106.2.
Zoals ze had gevreesd, kreeg Mieke sterker dan ooit weer af te rekenen met die éne schuldige gedachte. Al sinds Berthes ziekte keerde zij in Francis’ gezelschap dagelijks terug naar die zonnige zondagmorgen, een week na de eerste communie van haar zusje, vorig jaar. En telkens weer hoorde zij zich die lelijke smoes herhalen om het kind in haar eentje naar de dorpskerk te sturen. Nog steeds ziet Mieke het communicantje moedig jaknikken en hoe zij daarna met snelle beentjes langs het verlaten pad in de verte tussen het lover verdween.
Met een bezwaard geweten boog Mieke zich over Berthes krijtwitte gezichtje. Haar mond raakte het voorhoofdje om haar te wekken en nogmaals schuld te bekennen; maar onmiddellijk trok ze zich terug, geschrokken doordat de huid helemaal koud aanvoelde en verstijfd in een laatste poging om te glimlachen. Tussen haar bloedeloze lippen ontsnapte de matte glans van de twee voorste tandjes. Er ging iets van een eindeloze spijt door Mieke heen. Het was ongelooflijk: Berthe zou nooit meer glimlachen! Nooit meer spreken! Er was echt niets meer dat zij nog voor haar kon doen. Het had zelfs geen zin meer iets te zeggen.
WORDT VERVOLGD...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten