zaterdag 14 oktober 2023

gast-auteur

33. HET GLAZEN OOG


Toen het doek gevallen was en een deel van het uitgestalde kof­fieservies met een klap in dui­zend stukjes over de vloer kletterde, had Joseph algauw een fles wijn uit het rek gepakt om met een onschul­dig gezicht langs de kassa te passeren. Op de par­king voor de supermarkt trof hij haar voor de tweede keer. De man met wie ze had gesproken, reed juist weg. Ofschoon het regen­de, legde zij haar boodschap­pen zonder haast in de kof­fer van haar wagen. Daar­door kreeg hij een uitgelezen kijk op haar figuur, op haar verzorg­de, doorleefde han­den, op de zijde­lingse, wat Slavi­sche aanzet van haar wenk­brauw.

   De kust was vrij. Hij zou haar de weg kunnen vragen. Mogelijk zou zij hem plotseling her­kennen: hé, de man aan de bar! Nee mijn­heer, dit is geen toeval! Zeg eens, wilt u wat van me? En dan zou hij in ruil voor haar stem zijn geheim opbiech­ten, zijn opdracht verkwanselen.

   Hij was nog een meter of drie van haar ver­wijderd, toen ze hem met een zijde­lingse blik zag komen. Zij glimlachte. Nee mevrouw, hoe lief en bevallig je ook bent, ik geef niet toe aan mijn gevoelens. Ik ben detective. Mijn op­dracht staat bovenaan. Hij had haar raadselachtige glimlach met een knikje beantwoord, meer niet. Hij stapte in zijn auto en wachtte tot ze wegreed, alweer richting Kalmthout.

   Opgelucht dat hij aan zijn gevoelens had weer­staan, besloop Joseph zijn prooi. Hij sloop zo dicht naderbij dat hij moeite kreeg te geloven dat zij hem nog steeds niet had opgemerkt. Dit keer had hij zijn auto tot bij de omgewaaide boom gereden. Hij had de omgeving verkend en gebruikgemaakt van zijn sleutel. Op het uur dat haar minnaar kwam, zat hij tussen het houtwerk van de lage zolde­ring. Doorheen het plafond stak een glazen oog. Dankzij dit hulpmiddel had hij haar een tijdje gevolgd bij haar bezigheden aan het fornuis. Een heerlijke geur van gebraden vlees steeg op en drong tussen de reten van het houtwerk naar het plekje waar hij op de knieën zat.

   De kerel heette Armand. Vermits Derycke van hem al genoeg opnamen bezat, had het geen zin hun be­groeting nogmaals vast te leggen. Zij bracht een aperitiefje.

   ‘Het ruikt hier heerlijk!’

   ‘Een kleinigheidje! Lekker, hoop ik.’ Zij ging naast hem zitten, tikte haar glas tegen het zijne.

   ‘Gelukkige verjaardag, schat!’

   Tijdens hun omhelzing had Joseph een ongelukje voor. Bij het verschuiven van zijn hand over de bodem, raakte hij een vlijmscherp metalen voorwerp dat lichtjes kantelde en daardoor een koperen tril­ling veroorzaakte. Hij weerhield een schreeuw van pijn.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: