vrijdag 6 oktober 2023

GAST-AUTEUR

27.

‘Mijnheer Malky, luister naar mijn biecht. Ik beken dat ik een meer dan gewone belangstelling heb voor mensen. Zonder deze ei­genschap zou ik mijn beroep onmogelijk kunnen uitoefenen trouwens. Wat mevrouw Derycke betreft, - mag ik Kitty zeggen? - geef ik toe dat ik mijn boekje te buiten ben gegaan. Gaandeweg werden zoveel afgronden voor mijn voeten geopend, dat ik het nooit voor mogelijk had gehouden. U heeft haar ge­zien, onthoofd weliswaar, maar vond u haar gezicht ook niet... raadselachtig? Heeft u haar uitzonderlijk blanke teint opgemerkt, haar vloeiend, gitzwart haar? Over haar lichaam kan u natuurlijk niet oordelen. Ik kan u verzekeren dat het aantrekkelijk en gaaf was, ook al ben ik niet van het slag dat zich op uiterlijkheden blind staart. Volgens mij had zij dat intrigerende vanbinnen en straalde zij het uit. Ik was er bij­zonder gevoelig voor, geef ik toe. Dat zij inderdaad haar man bedroog, had ik gauw door. Volgens hem bracht zij haar meeste tijd in Breda door, maar daar had ik rap mijn twijfels over. In elk geval hebben haar uitstapjes mij nooit verder geleid dan het Antwerps Schipperskwartier en hun buiten­huisje, waar niet ver daarvandaan haar hoofd gevonden is.’

   Er viel een ijzige pauze waarin hij tot de vaststelling kwam dat hij in trance achter het stuur van zijn auto zat. Hij keek naar de huizen en vroeg zich af of hij inderdaad op weg was naar de onderzoeksrechter.

   ‘In het buitenhuisje ontving ze haar minnaar. Feiten zijn feiten. Na een lange stilte, waarbij enkel het gezoem van de luchtverplaatsing tegen de voorruit en de banden over de rijweg te horen waren, kwam het er eindelijk uit: ‘Mijn opnamen bewijzen het.’

   ‘Opnamen? Waarom heeft u dat niet eerder gemeld?’

   ‘Ik kon het niet over mijn hart krijgen. Zelfs nu heb ik 't er moeilijk mee. Ze liggen in een bruine briefomslag onder het matje in de koffer van mijn wagen.’

   En terwijl een agent uitgestuurd wordt om de briefomslag te halen: ‘Wat had u te verbergen?’

   ‘Dat zult u pas begrijpen als u die foto's ziet.

   Vreemd hoe Joseph ondanks de spanning van het wachten oog had voor de verkeerslichten en voor alles wat er langs de weg gebeurde. Als hij een eenzame wolf was, dan heette dit zijn jachtgebied. Daar achter het stuur van een passerende wagen een jakhals, ginds een troep buffels. Op het einde van de rit stonden meedo­genloze jagers hem met hun geweren op te wachten. Hij kende dit levensgevaar­lijke, onherbergzame terrein door en door. Hij kende de mens, heer­ser over tankstations, over industrie­terreinen, over villa's langs de open­bare weg, over scholen, bankge­bouwen, supermarkten, vijvers, sloten en kanalen. Hij, de man die al jaren bezig is het mensonterend geweld waarmee dit alles wordt opgebouwd met de koelheid van een onpartijdige te registreren, heeft zich voor het eerst schul­dig gemaakt door zelfzuchtig in te gaan op zijn persoonlijke ge­voelens. Dus zal recht geschie­den! De horde zal zich op zijn kadaver stor­ten.

   Malky kijkt verbaasd van de foto's op. ‘Hoe heeft u dit in godsnaam klaargespeeld?’

   ‘Een kwestie van vaardigheid. Ik was benieuwd hoever ik kon gaan. Ja, dat ook wel!’


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: