feuilleton in 10 afleveringen
door don vitalski
7.
"nu alleen dit hier nog," zei de prediker, "en daarna," zo besloot 'ie, "zal ik voor jou een warm bad klaarmaken."
vanzelf begon de laffe leeuw te spinnen - wat hy niet wilde, want dat was ook weêr zo dierlyk van 'm...
"ze durven my niks te maken - ten eerste doordat ikzelf, maar dan rechtstreeks, een zoon van god ben, ten tweede doordat ze dan meteen ook te maken krygen met de engelbewaarder. wie durft er nu iets te beginnen tegen de engelbewaarder? daar zou ik zelfs zélf nooit aan beginnen, ha! maar natuurlyk gaan ze wel achter een heleboel kleinere visjes jagen... myn apostelen, zogezegd... de toekan, de pinguin en de giraffe... de helft van de bende van de minotaurus... de bende van jerry bill - maar daar kunnen ze niet by, die zit nu zelfs nog àchter het berenbos, kan een mens zich zoiets inbeelden? maar ook jy, arme ludo - daarover gaat heel myn verhaal, neem my niet kwalyk... ook jy bent nu eenvoudigweg een vogel voor de kat."
als traag, yskoud in hem naar omhoog trekkend water, zo voelde de angst die hem, de laffe leeuw, nu geleidelyk aan, maar algauw integraal, in beslag scheen te beginnen te nemen. hy kon zich meteen al niet meer bewegen van de schrik. die razzia, waarover ieder het nu aldoor had! het meisje met de purperen tong had naar hem uitgeroepen:"vlug! ga schuilen by de prediker, in de kapel!" hy was dagenlang naar hierzo onderweg geweest, en net zolang als dat zwerven en dolen geduurd had, had hy er de kans niet toe gehad om na te denken over zyn lot; hy had, om het zo te willen stellen, geen tyd gehad om zich zorgen te maken. en toen zàg hy de prediker, die hm ongemeen warm en liefdadig ontving, in zyn huis, met een emmer water, met een prachtig verhaal - maar dit alles: om nu te moeten vernemen... dat zyn panische schrik zelfs alleen maar terécht was? om te moeten horen dat die zogenaamde vliegende brigade dus écht naar hem onderweg was?
hy keek door het raam, en inderdaad: het was, byna al met zekerheid, die ene, erge, horrificerende dievenwagen van commissaris pondi, daar in de verte! hy ging eraan, de leeuw! hy was ten dode opgeschreven - niet volgens een gewone dood, maar volgens een marteldood, een pyndood!
hy kon het gewoon niet verhelpen: zyn spinnende geluiden van contentement, één halve minuut geleên nog maar in hem naar boven gestegen, werden verscheurd door een bange, hondjes-achtige gil - iii!! Iii!!...
"kom maar hier, het komt allemaal goed," zei de prediker - al scheen die zulks toch niét te kunnen hebben verkondigd zonder een zeker lachje, dat het was, en dat zyn dunne, felle mond in een krul scheen te leggen.
WORDT VERVOLGD
vanzelf begon de laffe leeuw te spinnen - wat hy niet wilde, want dat was ook weêr zo dierlyk van 'm...
"ze durven my niks te maken - ten eerste doordat ikzelf, maar dan rechtstreeks, een zoon van god ben, ten tweede doordat ze dan meteen ook te maken krygen met de engelbewaarder. wie durft er nu iets te beginnen tegen de engelbewaarder? daar zou ik zelfs zélf nooit aan beginnen, ha! maar natuurlyk gaan ze wel achter een heleboel kleinere visjes jagen... myn apostelen, zogezegd... de toekan, de pinguin en de giraffe... de helft van de bende van de minotaurus... de bende van jerry bill - maar daar kunnen ze niet by, die zit nu zelfs nog àchter het berenbos, kan een mens zich zoiets inbeelden? maar ook jy, arme ludo - daarover gaat heel myn verhaal, neem my niet kwalyk... ook jy bent nu eenvoudigweg een vogel voor de kat."
als traag, yskoud in hem naar omhoog trekkend water, zo voelde de angst die hem, de laffe leeuw, nu geleidelyk aan, maar algauw integraal, in beslag scheen te beginnen te nemen. hy kon zich meteen al niet meer bewegen van de schrik. die razzia, waarover ieder het nu aldoor had! het meisje met de purperen tong had naar hem uitgeroepen:"vlug! ga schuilen by de prediker, in de kapel!" hy was dagenlang naar hierzo onderweg geweest, en net zolang als dat zwerven en dolen geduurd had, had hy er de kans niet toe gehad om na te denken over zyn lot; hy had, om het zo te willen stellen, geen tyd gehad om zich zorgen te maken. en toen zàg hy de prediker, die hm ongemeen warm en liefdadig ontving, in zyn huis, met een emmer water, met een prachtig verhaal - maar dit alles: om nu te moeten vernemen... dat zyn panische schrik zelfs alleen maar terécht was? om te moeten horen dat die zogenaamde vliegende brigade dus écht naar hem onderweg was?
hy keek door het raam, en inderdaad: het was, byna al met zekerheid, die ene, erge, horrificerende dievenwagen van commissaris pondi, daar in de verte! hy ging eraan, de leeuw! hy was ten dode opgeschreven - niet volgens een gewone dood, maar volgens een marteldood, een pyndood!
hy kon het gewoon niet verhelpen: zyn spinnende geluiden van contentement, één halve minuut geleên nog maar in hem naar boven gestegen, werden verscheurd door een bange, hondjes-achtige gil - iii!! Iii!!...
"kom maar hier, het komt allemaal goed," zei de prediker - al scheen die zulks toch niét te kunnen hebben verkondigd zonder een zeker lachje, dat het was, en dat zyn dunne, felle mond in een krul scheen te leggen.
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten