Sinds ik Marie-Claire onder de jurk gezeten had, stond op ons geen rem meer. De laatste dag kwam zij om de haverklap een kijkje nemen. En bij elke gelegenheid dat Karl zijn rug draaide, vlogen wij elkaar in de armen. Eerlijk gezegd: ik vond het geen fraai toneel. Zoals onze lijven telkens weer droog tegen elkaar aan schuurden terwijl mijn tong in haar mond tekeerging, hadden we iets van een stel bronstige koeien.
Terwijl Karl het gereedschap en de resten van het hout naar de wagen bracht, namen Marie-Claire en ik afscheid. Ik herinnerde haar nog eens aan onze afspraak op zaterdag.
'Mijn man verblijft een heel weekend in het revalidatiecentrum!' fluisterde zij me in het oor. 'Kom tegen acht uur naar mijn adres en bel drie keer snel na elkaar. Ik maak voor niemand anders open. En...' Zij stiet een dubbelzinnig lachje uit. 'Ik heb nog een leuke verrassing voor je!'
Door een ongelooflijk toeval zou ik Marie-Claire eerder terugzien. Dit gebeurde op vrijdagavond.
Om ons cultureel peil wat te verheffen, had mijn vrouw een jaarabonnement genomen op de maandelijkse concerten in de Singel. Toen ik erachter kwam dat zij één van de toegangskaarten had laten liggen, zag ik onverwachte mogelijkheden.
In de hoop haar tegen het lijf te lopen, stond ik bij de eersten aan de ingang. De hal was nog vrijwel leeg, zodat ik mooi de kans kreeg uit te kijken of Elly zich in het publiek bevond. Onze plaats was links aan de buitenkant. Terwijl de binnenstromende dames en heren aarzelend naar hun genummerde plaatsen zochten, bleef de zitplaats naast mij leeg. Diep teleurgesteld keek ik op mijn horloge. Ik gaf mijn hoop met een zekere gelatenheid op en zonk wat dieper in mijn stoel.
Net voor de deuren sloten, werd mijn aandacht getrokken door een man in een rolwagen. Hij hield het hoofd wat schuin, als deed hij vergeefse moeite zijn begeleidster achter hem aan te kijken.
Pas toen het wagentje met een korte draai stilhield, meende ik te maken te hebben met een zinsbegoocheling. Op nauwelijks drie rangen voor mij stond Marie-Claire schuchter over de hoofden heen naar een vrije zitplaats uit te kijken. Andere bezoekers hadden haar probleem ook opgemerkt. Het dichtstbijzijnde paar was zelfs zo vriendelijk een stoel naar rechts op te schuiven, zodat Marie-Claire haar echtgenoot in het wagentje vast tegen de rij kon aansluiten en zelf naast hem aan de buitenkant plaatsnemen.
Ik had de man nog niet zo goed bekeken. Nu zag ik hem enkel langs de rugzijde: zijn magere nek, het zware hoofd, zijn scheve zithouding als van iemand die fel verzwakt is, zijn weerbarstig haar in plukken overgaand van zwart naar grijs. Terwijl de meeste lichten werden gedoofd, het doek opging en de artiesten onder applaus kwamen aangetreden, zag ik Marie-Claire zich moederlijk over hem heen buigen, zijn overjas losknopen en de voorste panden ervan openslaan.
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten