door gast-auteur Robertus Baeken, vanuit de timmer-kamer...
40.
De volgende morgen hadden Karl en ik nog een bijkomend klusje. De in het huis van Vogel achtergebleven stutten, moesten alle naar een volgende woning op de Graanmarkt.
Karl zat achter het stuur toen wij 's middags weer naar huis reden. Het was prachtig weer. De zon scheen volle bak en ik voelde al lentekriebels. Mijn maat nam een omweg langs het Koning Albertpark, zogezegd omdat hij opeens behoefte had dat bos met groene blaadjes weer te zien. Het werd me snel duidelijk. Waarschijnlijk had hij, om me te overtuigen welk een heerlijke brok natuur hij aan de haak had, met zijn mobieltje stiekem aan de rand van het park met haar afgesproken.
Dat wicht stond bij een ijsventer. Hij liep recht op haar af. Zij omhelsden elkaar, waarbij de meeste passie van hem uitging. Daarna stonden ze wat te kletsen. Hoewel Karl voortdurend in mijn richting keek, waagde hij het niet haar aan me voor te stellen. Het leed geen twijfel dat hij ervoor beducht was in haar aanwezigheid zekere opmerkingen te ontlokken waaruit zou blijken met wat voor infantiel kereltje zij te maken had.
Na hun afscheid, wipte het vrouwtje op een fiets. Zij droeg een uitdagend, strak zittend rokje dat algauw hoog opkroop zodat ik, toen zij in mijn richting passeerde, een fraai stel dijen te zien kreeg. Ondanks die afleiding was het me niet ontgaan met welk een verstolen blik zij in de cabine keek.
Karl stapte in. ‘Hoe vind je haar?'
Onverbloemd uitte ik mijn bewondering. In zijn ijdelheid gestreeld, begon hij meteen over haar op te scheppen.
Ik vatte de koe brutaal bij de horens. 'Dus ben je met haar naar bed geweest?'
Ontkennen was uitgesloten, tenminste wilde Karl zich niet voordoen als een sul. 'Och man, vorige woensdag zelfs twee keer diezelfde avond. Zij haalt, zou ik zeggen, meer uit een vent dan erin zit. Zoals gister ook weer! Jezus, je houdt het niet voor mogelijk. Ik was helemaal van de kaart!'
'Hoezo?'
'Eerst dronken wij samen een aperitiefje bij het gezellige haardvuur.'
'En dan?'
'Dan, he... Toen liet zij me even alleen - om zich te wassen.' Er volgde een korte pauze. Ik verkeerde al in de mening dat hij zijn best deed zich het hele gebeuren voor de geest te roepen, maar opeens vloekte hij: 'Jakkes nee, hou je maar niet van de domme!’
Bovenstaand voorval zou niet eens de moeite waard zijn te vermelden als me enkele uren later niet ongeveer hetzelfde was overkomen. Hoewel ik mij hoed sommige feiten te overschatten, vraag ik me nog vaak af in hoeverre ze mij hebben beïnvloed bij het nemen van mijn belangrijkste beslissing ooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten