zondag 24 september 2023

GAST-AUTEUR


16. EN ZAL VERDER GECREMEERD WORDEN...

De volgende dag kreeg Joseph tijdens zijn ontbijt drie telefonische oproepen. Het eerste bericht kwam van mijnheer Brug­mans. Zijn vrouw was weer thuis. Met opgewekte stem vroeg hij de rekening te sturen.
   Nauwelijks zat hij weer aan tafel, of opnieuw rinkelde de telefoon. ‘Voor jou! Ene mevrouw Swaens.’
   Joseph plaatste het zachtgekookte eitje dat hij begonnen was van de schaal te ontdoen, weer in de dop.
   ‘Mijn man leeft nog,’ jubelde ze. ‘Hij heeft gister al het geld van de reke­ning gehaald!’
   ‘Luister mevrouw, ik wil me niet met jouw zaken bemoeien. Ging het om een groot bedrag?’
   ‘Twaalfduizend euro! Waarom?’
   ‘Heb je het al aan de politie gemeld?’
   ‘Nog niet!’
   ‘Zo rap mogelijk doen. Een oplichter kan zich van zijn bank- en identiteitskaart meester hebben gemaakt!’
   ‘Denk je?’
   ‘Alles is mogelijk! Wil je mij op de hoogte hou­den?’
   ‘Wat naïef toch!’ zuchtte Joseph. Amper had hij de hoorn ingelegd, of daar ging het derde signaal.
   Harry Heins, met een stem zo luid of hij kwam bin­nenwaaien. ‘Volgens de curator komen de lichamen van Carlyle en zijn vrouw vanavond in het Stui­ven­bergzieken­huis aan om volgens de wilsbe­schikking van zijn dochter - we weten dat ze in Bahia is, - ver­der gecre­meerd te worden.’
   Verder gecremeerd... Een onsmakelijke grap. Hij voel­de hoe over zijn hele lijf het zweet uitbrak. Nu was het al dagenlang drukkend heet, maar tot dan onder­vond hij er weinig hinder van, zodat hij zich af­vroeg of het door die negatieve berichten kwam. Beter ging hij op het krukje bij het toestel zitten. ‘Ik ben bij mevrouw Swaens op bezoek ge­weest. Haar echtgenoot is niet de man die ik heb gezien.’ Zijn voet duwde de deur naar de woonkamer op een kier. Met een stem, net luid genoeg opdat Isabelle het eveneens kon horen, ging hij verder: ‘Vol­gens mij heeft Carlyle de lichamen van Swaens en mevrouw Derycke in zijn wagen gedumpt en over de rand naar beneden gekieperd!’ Hij was Isabelles spot, als zou hij onbekwaam zijn om nauwkeurig te observeren, niet vergeten. Dit was zijn antwoord. Hij onderdruk­te een gevoel van tri­omf.
   ‘Ongelooflijk! Hoe kom je daarbij?’
   ‘Swaens is al een week vermist. Gisteren zou hij het spaargeld van zijn rekening hebben ge­haald. Kom nou! Carlyle is er met de poet vandoor! Ik zie hem al na een bedrieglijk bankroet in het vlieg­tuig, zijn dochter achterna!’
   ‘Daar zeg je wat! Ik licht meteen de curator in. Verwittig jij de recherche?’

(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: