16. EN ZAL VERDER GECREMEERD WORDEN...
De volgende dag kreeg Joseph tijdens zijn ontbijt drie telefonische oproepen. Het eerste bericht kwam van mijnheer Brugmans. Zijn vrouw was weer thuis. Met opgewekte stem vroeg hij de rekening te sturen.
Nauwelijks zat hij weer aan tafel, of opnieuw rinkelde de telefoon. ‘Voor jou! Ene mevrouw Swaens.’
Joseph plaatste het zachtgekookte eitje dat hij begonnen was van de schaal te ontdoen, weer in de dop.
‘Mijn man leeft nog,’ jubelde ze. ‘Hij heeft gister al het geld van de rekening gehaald!’
‘Luister mevrouw, ik wil me niet met jouw zaken bemoeien. Ging het om een groot bedrag?’
‘Twaalfduizend euro! Waarom?’
‘Heb je het al aan de politie gemeld?’
‘Nog niet!’
‘Zo rap mogelijk doen. Een oplichter kan zich van zijn bank- en identiteitskaart meester hebben gemaakt!’
‘Denk je?’
‘Alles is mogelijk! Wil je mij op de hoogte houden?’
‘Wat naïef toch!’ zuchtte Joseph. Amper had hij de hoorn ingelegd, of daar ging het derde signaal.
Harry Heins, met een stem zo luid of hij kwam binnenwaaien. ‘Volgens de curator komen de lichamen van Carlyle en zijn vrouw vanavond in het Stuivenbergziekenhuis aan om volgens de wilsbeschikking van zijn dochter - we weten dat ze in Bahia is, - verder gecremeerd te worden.’
Verder gecremeerd... Een onsmakelijke grap. Hij voelde hoe over zijn hele lijf het zweet uitbrak. Nu was het al dagenlang drukkend heet, maar tot dan ondervond hij er weinig hinder van, zodat hij zich afvroeg of het door die negatieve berichten kwam. Beter ging hij op het krukje bij het toestel zitten. ‘Ik ben bij mevrouw Swaens op bezoek geweest. Haar echtgenoot is niet de man die ik heb gezien.’ Zijn voet duwde de deur naar de woonkamer op een kier. Met een stem, net luid genoeg opdat Isabelle het eveneens kon horen, ging hij verder: ‘Volgens mij heeft Carlyle de lichamen van Swaens en mevrouw Derycke in zijn wagen gedumpt en over de rand naar beneden gekieperd!’ Hij was Isabelles spot, als zou hij onbekwaam zijn om nauwkeurig te observeren, niet vergeten. Dit was zijn antwoord. Hij onderdrukte een gevoel van triomf.
‘Ongelooflijk! Hoe kom je daarbij?’
‘Swaens is al een week vermist. Gisteren zou hij het spaargeld van zijn rekening hebben gehaald. Kom nou! Carlyle is er met de poet vandoor! Ik zie hem al na een bedrieglijk bankroet in het vliegtuig, zijn dochter achterna!’
‘Daar zeg je wat! Ik licht meteen de curator in. Verwittig jij de recherche?’
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten