18. DE ANATOMISCHE LES VAN DOKTER TULP
In weerwil van het feit dat Jesp niet langer voor de zaak Derycke vergoed werd, begaf Joseph zich nog diezelfde avond naar het Stuivenbergziekenhuis. Hij had mevrouw Swaens over de kwestie opgebeld. Hoewel zij was verwittigd dat het identificeren moeilijk, misschien zelfs onmogelijk kon zijn, had zij zich bereid verklaard om het mannelijk lijk te schouwen.
Bij de ingang van het ziekenhuis ontmoette hij haar in gezelschap van haar zoon. De jongeman liep sportief gekleed; zoals Harold. Zijn blik stond treurig. Wat, gezien de omstandigheden, niet ongewoon was.
‘Het duurt maar eventjes. Kom, naar de kelder.’ Op een paar stappen van de lift schoof de deur geruisloos open. Twee hem bekende heren stapten uit.
‘Wie daar aankomt!’ zei Malky, op een toon of hij gezegd had: de moordenaar keert terug naar de plaats van delict!
Het zweet brak hem uit. ‘Kijk, mijn vriend Harry Heins was dus zo verstandig u van mijn hypothese op de hoogte te brengen.’ Met eenzelfde verhullende nonchalance stelde hij zijn gezelschap aan hen voor. ‘Mevrouw Swaens en zoon. Haar man is al een week vermist.’
‘Weer zoiets! Waarom heeft u dat niet aan ons verteld? Wat weet u nog? Dingen die wij niet weten!’
‘Toevallig kwam ik er pas gister achter.’
‘Te veel toevalligheden, dunkt ons!’ Malky en Detiège volgden hen in de lift. ‘U beeft!’
‘Ik heb al de hele dag last van de hitte. Het is ook vreselijk drukkend, vindt u niet?’
‘Misschien drukt op u iets anders,’ merkte Malky op.
Toen mevrouw Swaens en haar zoon als eersten uit de lift stapten, greep Joseph de kans om de bal terug te kaatsen. ‘Hou uw dubbelzinnigheden voor uzelf. U arresteert me, of houdt uw mond; een van beide.’
Malky zuchtte en nam de leiding van een tocht door een labyrint van onderaardse gangen. Bij de deur naar een verbandkamer hield hij iemand van het medische korps aan. ‘Mijnheer Tulp, wilt u de zakken nog eens openen?’
(WORDT VERVOLGD...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten