TEUTEN
Een "Kempenkrak" is per definitie een overdryver. Tom Boonen, Frans Vandeven, Staf Van Shoeconfex; ondernemers die ergens zeer goed in zyn, maar die vervolgens niet altyd hun grenzen erkennen, en er daarom soms wel eens overheen gaan. Om die reên mag de "Kempenkrak" niet worden verwacht met de zogenaamde "Kempenteut". Zoals in de uitdrukking "franke teut", heeft het woord "teut" hier niet de betekenis "trechter", maar van "handelaar". De "teuten" kwamen in de zestiende eeuw vanuit het Duitse gebied Westfalen, meer specifiek de streek Teutonië, met handelswaar op hun rug of in een hondenkar de grens oversteken. Hun eindbestemming was de kust, de haven, dus was het logisch dat ze de Kempen doorkruisten. Haarteuten verkochten pruiken, koperteuten verkochten koperwerk, echelteuten verkochten bloedzuigers (inderdaad, de zanger van de Kempische wereldhit "ziet hem doen, jom", van Echelpoel, draagt een naam die wil zeggen "bloedzuigerspoel"...) Sommigen van deze teuten bleven in de Kempen plakken, en stichtten er hun eigen handelsdomein. Onder invloed van de Nederlandse protestanten waren die teuten meestal betere ondernemers dan de al te bescheiden Vlaamse katholieken. Maar uiteindelyk hebben die teuten hun zakengeest voorgoed by ons ingeplant. Denk aan de "Visfluiter" Fons Beckx uit Merksplas: die wist er zelfs munt uit te slaan, dat hy liedjes kon fluiten op vissen, en op de tenen van zyn kinderen... Andere typische Kempenteuten zyn Cis Verachtert van Breitex (Herentals), Peeters van Peeters-Govers (Beerse), of wylen Chris van Doorslaer van Carta Mundi (Turnhout). Betrouwbare zakenlui. Ondernemers. Vertegenwoordigers van de "American Dream" - in de Kempen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten