wat voorafging: jerry bill en zyn vrienden doorkruisen de vallei van het losse zand...
DE BENDE VAN
JERRY BILL
feuilleton in 17 afleveringen
door don vitalski
13.
natuurlyk, inderdaad, zo begreep jerry bill moeizaam, diep zuchtend het korrelige zweet van zyn droge neus krabbend. wellicht had dat slangenmens daar effectief ergens een heuse schat verborgen. ook dat was immers zo'n klassieker; de voorbye jaren was het byna onmogelyk geworden om nog een cowboy, een slangenmens of een indiaan tegen te komen die niét ergens, achter een dorre cactus of in een oude duikboot, een schat had verborgen. alleen: wat was er een nut van? in deze dorre vlakten? wat vermocht een sterveling met cash geld, zolang d'r zich nergens een winkel voordeed? of sierraden - wat konden ze daarmeê beginnen, temidden van dit logge, suffe dryfzand van de vallei van het losse zand?
natuurlyk, inderdaad, zo begreep jerry bill moeizaam, diep zuchtend het korrelige zweet van zyn droge neus krabbend. wellicht had dat slangenmens daar effectief ergens een heuse schat verborgen. ook dat was immers zo'n klassieker; de voorbye jaren was het byna onmogelyk geworden om nog een cowboy, een slangenmens of een indiaan tegen te komen die niét ergens, achter een dorre cactus of in een oude duikboot, een schat had verborgen. alleen: wat was er een nut van? in deze dorre vlakten? wat vermocht een sterveling met cash geld, zolang d'r zich nergens een winkel voordeed? of sierraden - wat konden ze daarmeê beginnen, temidden van dit logge, suffe dryfzand van de vallei van het losse zand?
dit alles min of meer overdenkend, zich amper nog voortslepend in de richting van zyn twee kameraden, die ginder toefden, als twee silhouetten aan de verre einder, bekroop onze held een zuivere levensangst, zonder enig overdryven. een angst was dit, zoals 'ie dit letterlyk nooit van zyn leven al 'n eêr had ervaren. doodgaan of automatisch blyven voortleven; dat was, in wezen, een anekdotische dilemma, hetwelk jerry bill nooit veel had kunnen verdommen. zelfs voor een pynlyke folterdood was 'ie nooit teruggedeinsd - "kome wat komt", zo luidde steeds zyn devies. maar, alle goden - om hiér nu zo, op deze manier, aan zyn eind te moeten komen: in deze droge, suffe, doodvervelende zandbak! na al die wilde capriolen van 'm, al dat in koprol-houding van schuinse daken springen, altoos rààk schietend - met in élke vuist, hoe zalig, een colt paterson - om nu daarentegen zo dor, zo saai, zo uitzichtloos als het was, te moeten tuimelen om weg te zinken in dit losse zand; dit was voor hem het érgste dat kon gebeuren - los zand.
op den duur was 'ie zyn kompanen dan toch zo erg benaêrd, dat 'ie van ieder apart hun stem vermocht te vernemen. het klopte: wat ze mekaâr preciés aan het meêdelen waren, bleef hem een stug raadsel; maar: hun stemgeluid klonk eigenlyk, merkten-'ie, in zekere zin opgewekt, niks anders. het slangenmens was, druk vertellend, iets aan het aanwyzen, en morgan-le-fay moest daarmeê lachen - en effectief, vond jerry bill: haar lachen was een klaterende bron van goede hoop. al byna zou je beweren dat hun gedoe, daarginds, "speels" was.
en toch, toch kon jerry bill zich totààl niet indenken waarom ze zich misschien zo vrolyk maakten. "tenzy," fezelden-'ie ten slotte fataal, "tenzy ze beiden het slachtoffer werden van - een zonnesteek? hadden ze alletwee een zonnesteek opgelopen?"
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten