zaterdag 16 februari 2019

ONS FEUILLETON




wat voorafging:

jonathan druyts heeft minstens twee bekende vlamingen vermoord. nu weet hy zich op de vlucht naar pas-de-calais.






DE MOORD OP SERVAIS VERHERSTRAETEN

feuilleton in 40 afleveringen
door don vitalski









AFLEVERING 36

hy begon te dromen van verschillende personen door mekaâr, met wie 'ie dan telkens een korte, maar zeer heftige conversatie voerde; met zyn broêr vooral, maar ook met zyn leraar engels van vroeger, en ook met zyn ex-vrouw, ginette. vervolgens begon 'ie meer dwangmatig, en dus meer in het byzonder, van roos van acker te dromen - de gekende vlaamse vedette, zoals we die, vanmiddag nog, in lyf en leên naar binnen hadden mogen zien komen in café papa jos. haar twee ogen buitengewoon groot - en het geleek, vond jonathan, alsof zy er nooit één keer meê knipperde. hy begreep meteen, met een lachje:"dit is maar een droom!"- maar: toch vermocht hy dit niet tegen te houden, de taferelen voltrokken zich. tezamen liepen jonathan en roos, op een ogenblik, door een grote, brede straat, wellicht op weg naar zyn appartement op het zuid; ze kwamen voorby een winkel, of toch een huis waar allerle dingen werden verkocht; op een tafel vlak voor het raam, werd een zeer eigenaardige soort van kreeften verkocht. "die wil ik," zei roos van acker. "waarom dan," zei jonathan. en sprak nog meer:"dat zyn toch echte griezels? daar kan je toch niks meê beginnen?" dan zag hy, tot zyn verschrikking, dat die reusachtige kreeftendieren, die het waren, nog in leven waren - maar: dat hun scharen, en ook alle hun poten, waren byeengebonden met bloederige yzerdraadjes. roos van acker tilde zo één van die beesten in de lucht. "laat dat toch liever," zei jonathan. "kyk," zei roos, het naargeestige, maar tegelyk vooral byzonder aandoenlyke beest weg en weêr wentelend. "daar zullen we straks kreeftensoep van maken!" "niet doen," zei jonathan druyts - want: plotseling, lezers, plotseling was hy zélf die kreeft geworden. hy wilde die zeer mooie vrouw die roos was, omhelzen; als waren-'ie zelf opeens een kind geworden - maar: dat ging niet, zyn vingers waren de scharen van die byeengebonden zeekreeft. hy nam waar hoe die sublieme klaproos, die zy was, belachelyk vrolyk begon te lachen, en hikken - en onderwyl zag hy iedere minste, kleinste, zuiverste porie van haar blanke huid beginnen trillen en vibreren, van zuivere levenskracht - hy wilde roepen, omdat hy boven haar soepketel was komen te hangen - en dan schrok hy weêr wakker.
    "hey," stamelden-'ie langzaam. en sprak nog:"hoe laat is het..."
    "you sleep very much!"
    "hoe laat is het? waar zyn we?"
    de chauffeur legden-'m uit, dat ze zonet de franse grens waren gepasseerd. het was pikdonker, maar toch kon je voélen dat dit klopte, dat ze inderdaad de grens over waren.
   onze held zakte weêr weg op het zachte deken, de warme kussens, de kraaknette armleun van de taxi. hy slaagden-erin, de telephoon van servais verherstraeten boven te halen, zoals hy deze daarstraks, meteen na die afschuwelyke moord, in zyn vestzak had weten te proppen. misschien, zo dacht hy nu, misschien kon hy zich toch wél nog de nummer van cindie herinneren?
    hy drukte twee, drie cyfers in - niks gekort, het was ydele hoop. maar: het was alleszins zalig om te mogen bemerken, o lezers, dat alle zyn vingers weêr ontdooid schenen.
    ten slotte, na enig dramatisch aarzelen, draaiden-'ie dan maar de telephoonnummer van zyn moeder. die had geen smartphone, zelfs geen gsm, maar wel een ouderwetse huis-telephoon, met een antieke draaischyf zelfs. haar nummer was by jonathans leven nooit één keer gewyzigd.

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: